Data Loading...
CNB magazine 100 jaar
31 Downloads
21.62 MB
Twitter Facebook LinkedIn Copy link
RECOMMEND FLIP-BOOKS
CNB magazine 01 januari 2019
Terugkijken Het verleden in beeld
Samen jarig CNB en De Ree Holland Gesprek Drie generaties tulpenmannen
Verbindt de wereld van bloembollen
Als de Nederlandse bollensector niet de beste ter wereld is, dan is hij op zijn de minst de allerbeste. Als de Nederlandse bollensector niet de meeste kennis heeft, dan heeft hij op zeker de allermeeste. Als de Nederlandse bollensector niet meer beweegt, dan staat de groene wereld een beetje stil.
Immers,
Als een bol niet het ingenieuste product ter wereld is, dan is hij op zijn minst het aller ingenieuste. Als een bol niet de wonderbaarlijkste groei heeft, dan heeft hij op zeker de aller wonderbaarlijkste. Als een bol niet meer tot wasdom komt, dan verliest de wereld een beetje verwondering... Als een bolbloem niet het mooiste product ter wereld is, dan is hij op zijn minst het allermooiste. Als een bolbloem niet de breedste glimlach tevoorschijn tovert,
Maar de allerbeste neemt de meest complexe met zich mee, de meest uitdagende en de meeste risico’s.
De allermeeste kennis komt met de meest eigenwijze en daagt uit tot innovatie, verandering en groei. We staan er samen voor, ieder heeft zijn eigen rol, de veredelaar, de teler, de broeier, de handelaar en de bemiddelaar. Gisteren, vandaag, morgen en overmorgen...
dan tovert hij op zeker de aller breedste Als een bolbloem het niet meer vertellen kan, dan verliest de wereld een beetje liefde...
Maar hoe belangrijk ons samenspel ook is, uiteindelijk plaveien niet wij, maar zij de weg naar een plekje in jouw hart.
INHOUD NR1
Drie nieuwe uitdagingen om aan te gaan
Er is leven naast de bol
‘100 jaar jong, 100 pagina’s leesplezier’
72 Drie nieuwe uitdagingen 73 John Huiberts,
4
Voorwoord Leo van Leeuwen, directeur CNB
Huiberts Bolbloemen
CNB TERUG- KIJKEN EN LEREN
76
Erik en BrendaWillemsen, Roma nova Teeltadviseur Yorick van Leeuwen en
6
Hip & Bol Afdeling communicatie
42 Drie generaties tulpen-
80
vertegenwoordigers Gerrit Bos, Michel Longayroux en Niels Laan
Gert-Jan de Groot, Maatwerk Advies
56 Er is leven naast de bol 58 Arie Koot A.C. Koot Dahliaveredeling 60 Richard, Ronald en EdWalkier 62 Raymond Huijg Huijg Breezand bv 64 RuudWesterbeek Westerbeek Bulb Company bv
84 Uit de oude doos
50 Dahlia
86 Ondertussen in ... Twee generaties Van den Berg Hytuna
52 Ondertussen in ...
Drie generaties T&EWarmerdam
LANG ZAL DE BOLLEN- SECTOR LEVEN!
88 Gerecht uit 1919
90 Column
66 Crocosmia
20 100 jaar CNB in beeld
Erik Barnhoorn, vertegenwoordiger
68 Ondertussen in ...
36 Lelie
Drie generaties Onings Holland
92 Helicopterview Bovenkarspel
38 Ondertussen in ...
70 Column Paul Peters,
Drie generaties Cyprian de Jong Bloembollen vof
94 Hip & Bol
manager bemiddeling CNB
Afdeling communicatie
40 Column
8
100 jaar De Ree Holland en CNB
96 Agenda 2019
Frans de Geer 50 jaar CNB Makelaardij
98 The making of
16 Calla
54 Column Nico Hof,
100 Colofon en
18 Ondertussen in ...
volgend nummer
Drie generaties Horizon Flowers
hoofd kwaliteitszorg CNB
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 03
02
Wie? Leo van Leeuwen, directeur CNB
Sinds 2000
100 JAAR JONG
Het startte met een openbare klokveiling en vanuit de behoefte tot vooraf inkopen ontstond ook de bemiddeling. Door het ontstaan van exporterende kwekers en kwekende exporteurs ontwikkelde CNB zich tot een dienstverlenende coöperatie waarvan alle betrokken marktpartijen lid kunnen worden. De klokveiling is uiteindelijk opgehouden te bestaan en het is nu bemiddeling waar het om draait. Marktplaats, betalingszekerheid en stabiliteit Er is veel veranderd in 100 jaar, in het bloembollenvak en bij CNB. Maar wat niet is veranderd, is de behoefte aan een goede marktplaats, aan betalingszekerheid en een partij die stabiliteit biedt in roerige tijden. Die behoeftes invullen, dat is een rol die CNB op het lijf geschreven is. En meer, want we beschikken over capaciteit en kennis van het koelen en prepareren van bloembollen via de dienst Koelen en Prepareren en Teeltadvies, we zijn expert in Licentiebeheer, en we faciliteren Greenity, het enige vakblad voor onze sector. En in alle bescheidenheid, zijn we van mening dat we dat het goed doen voor onze leden en dat we vitaler zijn dan ooit. Op naar de volgende verjaardag. CNB is 100 jaar jong! Ontstaan als coöperatie van kwekers vanuit de behoefte om een marktplaats te creëren om hun producten goed te kunnen verkopen aan de handelaren en exporteurs en om betalingszekerheid te verkrijgen.
Jubileummagazine Onze 100ste verjaardag laten we natuurlijk niet ongemerkt voorbij gaan, dat willen we met u vieren, een jaar lang.We trappen het feestjaar af met dit jubileummagazine. De eerste uit een reeks van drie. In dit eerste nummer duiken we in de historie van CNB, van het vak en van vakgenoten, lezenswaardig voor iedereen. Het is een mooie “glossy” geworden. Gek zat eigenlijk, maar ach, je wordt maar één keer 100. Veel leesplezier!
‘In
dit eerste nummer duiken
we in de historie van CNB’
Wie is Leo van Leeuwen? In 1965 geboren in Voorhout als zoon van een kwekersdochter en een kastelein en opgegroeid tussen de bollenvelden, bollenkwekers en bollenhandel. Na een studie werktuigbouwkunde, bedrijfseconomie en accountancy, twee jaar ervaring bij een telmachinefabrikant en negen jaar bij Deloitte, begin 2000 gestart bij CNB.Woont nu in Hillegom en is getrouwd met Edith. Vrije tijd besteedt Leo graag als “hobbyboer” aan de veestapel thuis
Ontstaan vanuit de behoefte een marktplaats te creëren
en aan het sportief ontspannen op zijn mountainbikes.
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 05
04
Wie? Afdeling communicatie
Wat? inspiratie en tips
Waarom? om ons enthousiasme te delen
Hip & Bol
INSTAGRAM Inspiratie Instagram staat bomvol met prachtige kiek- jes van bloemstukken, tuinen en velden met bloemen! Laat je inspireren door deze vijf b(l)oeiende accounts. 1. mooiwatbloemendoen 2. theflowerfamily 3. demeisjesvandebloemen 4. bloomonnl 5. Roselily_official En als je dan toch lekker aan het instagrammen bent, vergeet dan niet #cnb100jaar jaar te checken voor fantastische foto’s van de afgelopen 100 jaar.
TULPEN UIT AMSTERDAM Niet alleen in de bollenstreek heb je musea vol met informatie over onder andere tulpen.
Maar ook in de hoofdstad, midden in de Jordaan, is een museum waar je een reis door de tijd maakt. Leuk te combineren met de altijd gezellige kroegjes in de Jordaan. Meer info? www.amsterdamtulipmuseum.com
Decorstuk uit de 17 e eeuw uit Delft
Een primeur in bloembollenland. Deze kalender is gedrukt op papier gemaakt van tulpenbollen overschot.
Deze tulpenvaas is een decorstuk uit de 17 e eeuw gemaakt van keramiek en komt uit Delft. Deze vazen werden vervolgens in China nagemaakt en via deVOC geïmporteerd. De vazen werden destijds bloemenpiramides genoemd. Pas later werden ze voornamelijk voor tulpen gebruikt en ontstond de tulpenvaas. Deze vaas kom je vanzelf weer tegen in dit magazine.
Jubileumkalender 2019 Af te halen bij de receptie van CNB.
De 3 redenen waarom jij moet gaan vloggen! 1 Het geeft jouw bedrijf een gezicht; met vlogs geef je een realistisch beeld van hoe je bedrijf eruit ziet en wie jij als persoon bent. 2
A bloembol a day, keeps the doctor away
De online vindbaarheid van je bedrijf schiet de lucht in! Na Google is YouTube de meest gebruikte zoekmachine. Vergeet alleen niet om goede tags mee te geven aan je video. Het kost weinig, zeker als je het helemaal zelf doet. Het enige wat je nodig hebt is een telefoon met camera en een statief.Weeg dat maar eens af tegen de kosten van bijvoorbeeld advertenties.Vloggen is by far de winnaar!
Ooit was de bol nog crisisvoedsel, maar tegenwoordig weten we dat de bloembol ook farmaceutische werkingen heeft. Een narcisbol bevat de stof galantamine, waarvan gezegd wordt dat het bij mensen met dementie het geheugenverlies kan verminderen.
3
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 07
06
Bedrijf De Ree Holland BV en CNB
Plaats Lisse
Beide opgericht in 1919
LANG ZAL DE BOLLEN- SECTOR LEVEN!
We noemen haar CNB
We noemen haar De Ree Holland
1919 Geboortegolf in bloembollenland
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 09
08
Bedrijf De Ree Holland en CNB
Plaats Lisse
Beide opgericht in 1919
De beide eeuwelingen durfden het aan om ruim drie maanden voor het bereiken van deze respectabele leeftijd alvast een bescheiden verjaardagsfeestje te vieren. Want, zo zei Jørgen de Ree van De Ree Holland met een knipoog: ‘De kans dat we het samen niet meer halen, is nu wel heel erg klein.We zijn fit genoeg.’ En dus schoof hij samen met zijn broer Lex op de eerste echte herfstdag van 2018 aan tafel bij Leo van Leeuwen van CNB voor koffie met gebak en een openhartig gesprek. Niet over de oude koeien in de bollensloot, maar over de kansen en uitdagingen van vandaag en overmorgen. Lex de Ree: ‘Honderd jaar worden is een prachtige prestatie, maar het geeft geen enkele garantie op een gezonde toekomst. We zijn ondernemers en die moeten vooruit blijven kijken.’ Hieperdepiep hoera! CNB en De Ree Holland BV bestaan in januari 2019 allebei honderd jaar
overleven en te uniek om te verdwijnen. Ga maar na: bollen maken 1% tot 2% uit van het totale omzet in de tuincentra, in bouwmarkten is dat percentage lager en in supermarkten zelfs vele malen lager. Aan de andere kant staan ze altijd in de top 10 van producten met de hoogste opbrengst per m 2 . We hebben een sterke en tegelijkertijd zwakke positie.We moeten het met zijn allen heel goed blijven doen om deze wankele balans in evenwicht te houden.’ Verbinden versus logistieke dienstverlening Leo beaamt dat: ‘Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid en inspanning. De bollen moet uiteindelijk van de kweker naar de consument, in welke vorm dan ook, en alle ketenpartijen dragen daaraan bij. De schaalvergroting in de sector zet door: het aantal kwekers, handelaren en broeiers daalt nog steeds, terwijl het aanbod aan bollen ongeveer gelijkt blijft. Dat zorgt ervoor dat de onderlinge afhankelijkheid nog groter wordt of anders gezegd het commitment en de samenwerking zouden moeten toenemen. ‘We hebben een prachtig product dat emotie overbrengt en we hebben een unieke positie in de markt’
De afname van het aantal handelaren mag er niet toe leiden dat er marktvraag niet ingevuld wordt en dus verdwijnt, zoals dat eerder wel is gebeurd.’ Over de rol van CNB in de keten is Leo glashelder. CNB is er om vraag, aanbod en kennis met elkaar te verbinden, omdat dit in de dynamiek van de bollenmarkt ondanks de digitalisering nog altijd mensenwerk is. Leo: ‘Ik zie het als onze uitdaging om in de komende jaren onze diensten verder te blijven ontwikkelen aansluitend op de behoeften van kwekers, broeiers en handelaren. Dat gaat naar verwachting verder dan alleen bemiddelen.’ Knikkend naar Jørgen en Lex: ‘Waar wij de verbinder zijn, zijn jullie in de keten een uitstekende logistiek dienstverlener. Als een retailer op 14.000 vestigingen een actie wil draaien, kunnen jullie dat als geen ander invullen.’ Jørgen: ‘Dat klopt, maar we werken niet alleen met grote retailers samen: we draaien meer kleinere orders. Een gemiddelde productierun duurt bij ons maar één uur, dat zegt genoeg. We hebben een assortiment van 2500 producten waarvan 200 producten hardlopers zijn.Vroeger was je of groot en log of klein en flexibel. Tegenwoordig moet je in schaalgrootte kunnen denken en altijd flexibel zijn.’ Lex vult aan: ‘Om dat assortiment aan te kunnen bieden, kopen we bollen in bij 400 tot 450 kwekers. Dat kunnen we niet alleen, daar hebben we vertegenwoordigers van CNB absoluut bij nodig. Maar we verwachten dan wel dat ze onze vraag volledig invullen: dus ook goede oplossingen bieden als er niet geleverd kan worden wat is afgesproken.’ Pennywise and pound foolish Die claim wordt in de toekomst alleen nog maar belangrijker, gelet op de ambitie van De Ree, die Jørgen omschrijft als het vergroten van de meerwaarde bij klanten. ‘Wij willen nog beter voldoen aan de huidige en toekomstige vragen van onze klanten. Daarom zetten we sterk in op het verduurzamen van onze producten en bedrijfsvoering. Onze grootste uitdaging is om de investeringen die dat vraagt, betaald te krijgen. Of anders gezegd om uit de discussie over het laatste centje te blijven. Sommige inkopers zijn van het slag ‘penny wise and pound foolish’. Dat zijn kopers, wij doen liever zaken met klanten die ook oog hebben voor ons verhaal en onze inspanningen en die een partnership aan willen gaan. Temeer als je je bedenkt dat in margetermen gesproken de retailers de euro’s vangen en de Nederlandse sector de centen mogen oprapen.’ Het voldoen aan contractafspraken met die retailpartners wordt volgens Jørgen en Lex onnodig ingewikkeld gemaakt door de al genoemde dynamiek in de bollensector. Lex: ‘Laten we het maar noemen zoals het in de kern is: het bollenkoopbriefje, of beter geformuleerd het partijbeding, is de zwakke schakel: dat werkt voor
Te klein om te overleven en te uniek om te verdwijnen Het duurt slechts één kopje koffie en een korte analyse over de lang verwachte en toch gekomen weersomslag voordat het gesprek tussen de heren de gebruikelijke verdere borrelpraat ontstijgt. Met uitzicht op, hoe kan het ook anders, een bollenveld maakt de weeranalyse plaats voor een analyse van de bollensector. Aangejaagd door Leo die zich hardop de vraag stelt hoe het mogelijk is dat er in de rollen binnen de sector nagenoeg niets veranderd lijkt, in ieder geval zo lang hij zich kan herinneren. De vraag stellen is hem zelf beantwoorden. Leo: ‘De bollensector maakt en verhandelt een mooi product waar iedereen blij van wordt. Maar het is ook een natuurproduct en dat zorgt ervoor dat het een complexe, ambachtelijke keten is. De teelt- en handelsrisico’s zijn groot en ieder jaar verloopt anders.We danken het aan ons klimaat, de waterhuishouding, de bodemgesteldheid en onze kennis dat deze sector zich in Nederland zo sterk ontwikkeld heeft. Het feit dat er nauwelijks nieuwe partijen in de markt zijn toegetreden, zegt alles. En ik zie dat op korte termijn eerlijk gezegd ook niet veranderen.’ Jørgen bevestigt dat maar waarschuwt ook voor substitutiegevaar. ‘Vanuit het oogpunt van de retail is onze sector te klein om te
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 11
10
ons niet prettig. Zeker als de kweker kiest voor ponds-verdeling als er oogsttekorten zijn en/of als er teveel verkocht is.We krijgen geen inzicht in de oorzaken en de verdeling daarachter, maar moeten contractueel wel een oplossing vinden voor die tekorten. Als we dat niet doen, zijn wij het haasje en betalen we een contractuele boete aan de retailer die gelijk staat aan hun misgelopen marge en dus niet aan de inkoopprijs van de bollen.’ Leo: ‘Kom op, het is een feit dat bollen gedurende het jaar kunnen verongelukken.Willen ze daar niet aan, dan moeten ze bezemstelen gaan verkopen. Het partijbeding en reglementen zijn niet de zwakste schakel, maar symptomatisch voor de uitdaging die daarachter ligt.’ Dat laat volgens Leo onverlet dat als de oogst tegenvalt, het probleem besproken en opgelost moet worden bijvoorbeeld door het aandragen van goede oplossingen als die er zijn. Leo: ‘Een kweker mag omgekeerd overigens wat van de handel verwachten wanneer hij met het overschot van een meevallende oogst dreigt te blijven zitten.’ Jørgen knikt: ‘Wat cruciaal voor ons is, is informatie en openheid van zaken. Hoe eerder wij weten wat de verwachte oogst is, hoe meer tijd wij hebben om te overleggen met onze klanten over goede oplossingen of extra acties.’ Lex: ‘Ik begrijp wel waarom dat in de praktijk niet altijd gebeurt. Kwekers zijn bang dat als ze vroeg communiceren en de oogst uiteindelijk toch blijkt mee te vallen, dat ze de order dan kwijt zijn en met de bollen blijven zitten. Maar dat probleem hoeft niet te ontstaan als ze met ons samenwerken volgens het principe wie het eerst komt, het eerst maalt. Het is op zich Lag het maar aan de techniek
‘Het partijbeding en reglementen zijn niet de zwakste schakel, maar symptomatisch voor de uitdaging die daarachter ligt.’
Het boterbriefje van De Ree Holland en CNB Het is u vast bekend. CNB in huidige vorm is in 1975 ontstaan uit een fusie tussen de veilingen HBG te Lisse enWest-Friesland te Bovenkarspel, beide ooit opgericht in 1919. Het nieuwe bestuur gaf de fusieorganisatie indertijd de naam Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale. Een naam die echter alleen in officiële stukken gebruikt zou gaan worden en in de dagelijkse praktijk direct afgekort werd tot CNB. Dit op verzoek van Jan de Ree, de vader van de huidige eigenaren van De Ree Holland. Jan had zijn bedrijf in 1973, officieel omgedoopt van Cor de Ree tot Bloembollencentrale De Ree omdat hij bij onder de B van bloembollen in de telefoongids wilde staan. Twee Bloembollencentrales zouden in de sector voor verwarring kunnen zorgen, daar waren beide organisaties het over eens. En dus tekenden ze een heus contract waarin afgesproken werd dat De Ree de naam Bloembollencentrale in de handelsnaam en dus in de dagelijkse praktijk mocht voeren en CNB alleen in officiële documenten.Waarvan vandaag de dag nog steeds acte.
Foto: Lex de Ree (L), Leo van Leeuwen en Jørgen de Ree (R)
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 13
12
De bollensector is zijn eigen concurrent Jørgen en Lex beamen dat volmondig. Het is de vinger op de zere plek. Lex: ‘Het imago van de bol moet omhoog. We moeten als sector verder verduurzamen en dat betekent dat we op de eerste plaats openheid van zaken moeten geven: laten zien dat wat we doen, voldoet aan de wettelijke eisen. Erkende certificeringen en wettelijk verplichte documenten dwingen alle ketenpartners in de sector tot registratie van hun activiteiten en zijn onze ‘license to produce and deliver’. Consumenten maar ook overheden van belangrijke exportlanden eisen dat van ons.’ Jørgen: ‘Laten we niet de fout maken om de macht van de consument te onderschatten. Die is door social media mega geworden. Dat merken we nu al. Als er op de Facebookaccount van een van onze klanten een klacht over bollen wordt gepost, krijgen wij dat altijd op ons bordje, ongeacht of het een terechte of onterechte klacht is. En stel je maar eens voor wat er gebeurt als dat opgepikt wordt door de Zembla’s van deze wereld.Wij zijn ervan overtuigd dat we die discussies voor moeten blijven en als sector een plan moeten hebben: we moeten laten zien waarnaartoe we onderweg zijn. Precies daarom hebben wij met twintig handelsbedrijven het Platform Duurzame Handel Bloembollen enVaste Planten opgericht.’ Het Platform wil dat in 2024 100% van de bollen en vaste planten die verhandeld worden een duurzaamheidscertificaat hebben (MPS, Planet Proof, Groenkeur (voor vaste planten), Global GAP of Skal). Het platform wil dit doel in twee stappen bereiken: in 2020 moet 50% zijn gecertificeerd en twee jaar later 75%. Daarna willen de ondertekenaars van het manifest gaan werken aan verdere verduurzaming van de sector
Uniek product, unieke positie, unieke kansen
toch bijzonder dat afnemers die later in de tijd inkopen, dezelfde voorwaarden krijgen als degenen die zich al vroeg in het seizoen vastleggen.’ Leo pareert: ‘Of een kweker voor een pondsregeling of partnership kiest is aan hem en niet aan ons, als het vooraf maar goed afgesproken wordt.Wat betreft het vroegtijdig delen van informatie ben ik wel met je eens, dat kan beter. Lag het maar aan de techniek, zeggen we hier wel eens, dan was het met een app opgelost. Als CNB kunnen we helpen door kwekers, maar ook kopers ervan te overtuigen dat het eerder delen van informatie op de lange termijn voor iedereen beter is.’ In dezelfde lijn ontspint zich een geanimeerd gesprek over de logistiek in de keten. Dat die veel efficiënter kan als de informatie tussen kweker en koper vooraf uitgewisseld wordt, het liefst digitaal, daar zijn de heren het snel over eens. Maar de vraag wie de keten feitelijk regisseert en dus bepaalt wanneer gereed product afgeleverd wordt aan de volgende schakel in de keten, blijft deze middag onbeantwoord. De wijsheid Lex: ‘Het zou al helpen als iedereen vanuit het belang van de keten denkt in plaats van alleen uit het eigen belang. Zolang er tegengestelde belangen zijn in de keten, heeft CNB een belangrijke rol te vervullen.’ Leo: ‘De logistiek in onze keten kan efficiënter en goede informatie-uitwisseling is daarin absoluut voorwaardelijk. De discussie over wie wanneer voorraad houdt en dus het risico draagt, is een probleem van de derde orde. Als keten staan we in mijn optiek voor een veel grotere uitdaging. Hoe zorgen we ervoor dat we mogen blijven telen c.q. dat onze sector zijn bestaansrecht houdt. Of nog concreter geformuleerd: hoe zorgen we ervoor dat onze producten gezond blijven en consumenten die willen blijven kopen?’ van ‘de honderdjarigen’ blijkt uit de conclusies die ze daaruit trekken.
en gaan voldoen aan de criteria van 100% Planet Proof oftewel bovenwettelijke duurzaamheidsnormen. Jørgen: ‘We moeten als sector eerst leren lopen voordat we kunnen rennen en dus nog meer duurzaamheidsmeters kunnen maken. Het is niet nodig om de sector volledig biologisch te krijgen. Biologische bollen zijn de Formule 1 van onze sector, maar de vraag ernaar blijft in onze optiek beperkt tot een nichemarkt. Het is onze ambitie om te kunnen laten zien dat we in de gehele keten de meest duurzame keuzes maken in de productie- en verwerkingsprocessen en het milieu compenseren voor de onderdelen waar dat niet kan.’ Zwaard van Damocles Helaas constateren de heren in hun dagelijkse praktijk dat ook hierin de dynamiek in de bollensector en het uitblijven van serieuze, nieuwe concurrentie het dreigende zwaard van Damocles is. Lex: ‘We zijn zelf onze grootste vijand.’ Leo: ‘Ik schrik er soms van hoe hardnekkig de overtuiging bij marktpartijen is dat het allemaal best nog wel goed gaat zo, juist ook bij de nieuwe generatie kwekers. Er is meer urgentiebesef nodig om dat te veranderen. Het zou de sector echt helpen als broeiers en handelaren – onder druk van hun klanten – voet bij stuk houden en alleen 100% gecertificeerde materialen zouden gaan inkopen. Als wij over certificeringen en ketenregistratie in gesprek gaan, krijgen we nog te vaak te horen dat de handel er niet om vraagt.’ Jørgen zegt met een knipoog: ‘Ik voel een uitwisselingsprogramma aankomen. Hoewel ik het helemaal met je eens bent en mijn hand er niet voor in het vuur steek dat alle handelaren gaan voldoen aan de gestelde doelen, zou CNB wat mij betreft het manifest van het duurzaamheidsplatform ook moeten ondertekenen. Of op zijn minst vierkant achter de uitgangspunten van het manifest moeten staan. De vraag is of CNB over tien jaar alleen zou willen bemiddelen in materiaal dat gecertificeerd is.’
Het is duidelijk dat de honderdjarigen ervan overtuigd zijn dat de duurzaamheidsklok echt twee voor twaalf slaat en dat zij zich als senioren in de sector verplicht voelen om hierover precies te zeggen wat ze op hun hart hebben. Uit betrokkenheid, maar – zo blijkt – ook uit de overtuiging dat de bollensector het vechten meer dan waard is. Ze weigeren dan ook om het verjaardagsfeestje in mineur af te sluiten.Want, zo zeggen zij, er ligt ook nog een wereld aan kansen voor de sector open. Jørgen: ‘Bloemen, vaste planten en bollen in de droogverkoop zijn allemaal impulsgoederen. De verkoop kan nog steeds aangejaagd worden met goede concepten die een verhaal vertellen of zoals wij zeggen met ‘bloembollen met een jasje’.’ Leo: ‘We hebben een prachtig product dat emotie overbrengt en we hebben een unieke positie in de markt. Ondernemers in andere branches kunnen in dit digitale tijdperk alleen maar dromen van een markt zonder reële kans op disruptie. Als we dat niet vergeten en de genoemde uitdagingen aan durven gaan, kunnen we onze producten de hele wereld overbrengen.’ Lex knikt en tekent voor een fraaie slotconclusie: ‘En laten we vooral ook niet vergeten dat de bollensector een geweldige en dynamische sector is om in te werken. Ieder seizoen en iedere dag is anders. Wij zeggen bij De Ree altijd als je op maandag komt werken heb je op dinsdag alweer wat nieuws geleerd. Dat is uitdagend en het betekent dat je – 100 jaar of niet – nooit mag verslappen en altijd scherp en wendbaar moet zijn. Maar zeg nou zelf, eigenlijk willen we toch niet anders?’ Kijkend naar zijn kopje koffie op tafel: ’Theelepeltjes produceren is ook zo saai.’
De Ree Holland, aangenaam
Op 3 januari 1919 zette Hein de Ree zijn handtekening onder het koopcontract
van een stuk bloembollenland met bloembollenschuur en woonhuis in
Lisserbroek, waar hij bollen en groenten in wisselteelt ging kweken. Dat markeerde de officiële start van het bedrijf De Ree Holland BV, toen nog H.J. de Ree geheten. Hein, die zijn vader als zijn eerste medewerker in dienst nam, werd opgevolgd door Cor en Jan. Deze tweede generatie breidde de activiteiten in de loop der jaren uit met de export van bollen voor de broeierij en de droogverkoop. Dat laatste nam zo’n vlucht dat het bedrijf er in de jaren zeventig van de vorige eeuw voor koos om na ruim vijftig jaar afscheid te nemen van het bollen kweken. ‘We zijn nog met de oogst bezig en dan begint het exportseizoen alweer’ was Jan zijn legitieme motivatie. De zonen van Jan, Enrico, Lex en Jørgen, sinds 1991 eigenaren van De Ree Holland, specialiseerden zich op hun beurt verder in de droogverkoop, mede ingegeven door de mechanisatie in de sector waardoor investeren én voorop blijven lopen in beide takken van sport niet langer samenging. Anno 2019 is De Ree Holland een van de koplopers in de exportmarkt van de droogverkoop. De nog steeds in Lisserbroek gevestigde dienstverlener exporteert bollen en vaste planten over het hele Noordelijk halfrond: van Alaska tot Siberië. De Ree Holland tekent voor een complete dienstverlening en wil in de keten van exporteur naar consument zoveel mogelijk waarde toevoegen. Of zoals ze het zelf zeggen: ‘We gaan voor partnership, leveren ‘bollen met jasje’ en zorgen ervoor dat deze producten precies op het juiste moment, in de juiste hoeveelheid en in de juiste kwaliteit in de schappen van onze klanten staan. Onze klanten mogen daar geen omkijken naar hebben.’ Naast het logistiek perfect organiseren en regisseren van de keten, ziet De Ree Holland het als een van hun belangrijkste taken om met door hen ontworpen verpakkingsconcepten consumenten te verleiden tot het (meer) aankopen van bollen. ‘Bollen zijn bij uitstek een impulsartikel’ is de ervaring van De Ree.
Dat CNB die uitdaging niet uit de weg gaat, blijkt uit het antwoord van Leo. ‘Het is onze ambitie om de verbinder in de sector te zijn en dus zijn we bereid om te investeren in het ondersteunen van ketenpartijen bij het behalen van certificeringen: dat mag de sector zeker van ons verwachten. Er kan een moment komen dat certificering voor ons voorwaardelijk is in de bemiddeling, maar daar is het nu nog te vroeg voor. Onze rol is nu om dit onderwerp bespreekbaar te maken en te houden.Wij kunnen meer bewustwording creëren door problemen te blijven adresseren en uit te vergroten. Als we nu al kwekers zouden uitsluiten, en dus ook aanbod, is dat op lange termijn voor niemand goed. Dan verbreek je
‘We zijn zelf onze grootste vijand’
immers de verbinding terwijl die partijen wel in de markt blijven opereren. Uiteraard willen we ook helpen bij het oplossen van knelpunten die certificering en het digitaal delen van informatie in de weg staan. Laat ons maar weten wat wij hierin concreet kunnen betekenen, al zijn wij hier zelf ook al naar op zoek.’
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 15
14
Latijn Zantedeschia
CNB 77 kopers/verkopers over boekjaar 2017/2018
CALLA
Zantedeschia (calla) heeft zijn naam te danken aan de Italiaanse Botanist Giovanni Zantedeschia (1733-1846) en is onderdeel van de familie van de Araceae (aronskelkfamilie). Net als bijvoorbeeld de Anturium. In de handel en in de volksmond spreken we altijd over calla, dat in het Grieks ‘mooi’ betekent. In de Griekse en Romeinse tijd stond de calla symbool als geluksvanger. Tegenwoordig wordt de calla geassocieerd met zuiverheid en sympathie. De Zantedeschia bestaat uit acht species die allemaal uit Centraal- en Zuid-Afrika komen. Niet alle calla’s bestaan uit een knol, de Zantedeschia aethiopica bestaat namelijk uit een wortelstok.
‘In de handel en in de volksmond
Uw callavertegenwoordigers bij CNB: Rene van Marrewijk en Nick Broersen
spreken we altijd
over calla, dat in het Grieks ‘mooi’ betekent.’
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 17
16
Drie generaties Horizon Flowers te Zwaagdijk
Sinds 1944
ONDERTUSSEN IN WEST- FRIESLAND
1944 Oprichting door opa Karsten (Theo Karsten) met de teelt van 0,2 hectare tulpen en een stukje akkerbouw 1964 Start met broeierij van tulpen. 120.000 bollen onder kunstlicht en met een oliekacheltje 1969 Start van drie broers; Ton, Theo en Gerard Karsten. Later is alleen Ton aandeelhouder. 1985 Start bollenteelt in Frankrijk 2003 Toetreden Bas, Pieter en Ted Karsten 2006 Bas Karsten is voor zichzelf verder gegaan 2008 Toetreden Peter Steltenpool 2012 Einde bollenteelt Frankrijk 2013 Bedrijf in Nieuw Zeeland gestart 2015 Pieter Karsten treedt uit, maar blijft wel voor Horizon Flowers werken 2018 Huidige directie: Ton Karsten, Ted Karsten en Peter Steltenpool
Ton Karsten 01-03-1951
Ted Karsten 06-07-1978
Bijna 75 jaar jong en vooruitstrevender dan ooit, Horizon Flowers in Zwaagdijk.
Horizon Flowers teelt op dit moment ongeveer 180 hectare tulpen in Nederland en ongeveer 65 hectare tulpen in Nieuw-Zeeland. Voor het jaar 2018/2019 zullen er 80 miljoen tulpen gebroeid worden. De bollen van Horizon Flowers worden zowel via de in- en verkoopbureaus als rechtstreeks geleverd aan binnen- en buitenland. De bloemen worden afgezet aan zowel de groothandel als aan de grootschalige retail. Hoe zie je de toekomst? Ted Karsten: ‘Automatisering en robotisering zal steeds verder zijn intrede doen. Dit is een must op zowel productie- als milieugebied. Daarnaast verwacht ik dat het assortiment drastisch gaat wijzigen, aangezien veel cultivars uit de huidige top-20 op hun retour zijn. ‘Last but not least’ zie ik ook de nodige veranderingen komen op het gebied van afzet. Uiteindelijk zijn wij met elkaar bezig om ons prachtige bedrijf zo bestendig mogelijk aan een volgende generatie over te dragen.’
Rick Karsten 04-05-2011
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 19
18
CNB 100 jaar ervaring en vakkennis
CNB TERUG- KIJKEN EN LEREN
1919 2019
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 21
20
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 23
22
16 januari 1919 Notulen
21 november 1924 Oprichtingsvergadering Presentielijst oprichtingsvergadering HBG.
januari 1923 HBG veiling Oudste foto HBG veiling.
oprichtingsvergadering Notulen oprichtingsvergadering Bloembollenveilings-vereeniging West Friesland.
hele periode 1915-1920 Start veilingen Afdeling Lisse van HBG.
7 april 1919
1 mei 1929 Bewijs van aandeel Bewijs van aandeel HBG.
Koninklijke goedkeuring Artikel uit de Enkhuizer Courant.
Voorzitter, secretaris en penningmeester van de vereniging.
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 25
24
1 januari 1951 Veilingaanvoer in bollenmanden De bollen voor de veiling worden in grote getalen aangevoerd in manden.
1 augustus 1953 Opening kantoorgebouw Tulpenstraat Opening nieuwe HBG-kantoorgebouw aan de Tulpenstraat.
1 januari 1951 Nieuwkantoor
1 januari 1930 HBG bloembollenveiling gebouw
De bouw van een nieuw kantoor van veiling West Friesland.
23 september 1948 Dankbericht PrinsesWilhelmina Prinses Wilhelmina der Nederlanden bedankt het Vakblad voor Bloembollenteelt en -Handel.
18/19 juni 1953 Brand bij HBG
Felle brand bij HBG, waardoor een groot gedeelte van de loods verloren gaat.
CNB 100 magazine 27
1 januari 1950 - 1955 Groene veilingen
1 januari 1954 HBG opent nieuw gebouwen complex
23 augustus 1961
1 september 1977 Complex Bovenkarspel
1 juni 1974 Bedrijfsauto’s
VolleVeilingzaal in Bovenkarspel
1 april 1965 Eerste computer bij HBG
19 augustus 1977 Beëindigen bloemenveiling
1 augustus 1956
Veilinghallen Bovenkarspel Aan het aantal auto’s is te zien dat het in het bollenvak goed gaat.
‘Een ingrijpende wijziging in de opzet van de administratie.’
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 29
28
hele periode 1986-2014 CNB Midwinterflora
Compilatie van alle Midwinterflora edities van 1986 tot en met 2014.
3 juni 1982 Eigen energiebron Bovenkarspel In het hoogseizoen kan 70% van de benodigde electriciteit door de eigen installatie worden geleverd.
mei 1992
14 maart 1991 NieuwbouwGrachtweg Start van nieuwbouw van het CNB-kantorencomplex Grachtweg.
oktober 1978
Nieuwbouw in gebruik genomen De officiële opening van het CNB-kantoorpand aan de Grachtweg werd verricht door de loco-burgemeester van Lisse.
CNB boekt recordomzet van 252 miljoen gulden
1 november 1980 CNB gaat
5 januari 1986 1 e editie CNB Midwinterflora
mei 1991 400 miljoen gulden omzet
bemiddelen in vaste planten
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 31
30
19 april 2012 Algemene
ledenvergadering CNB Stemming over een belangrijk onderwerp dat leeft in het vak zorgt voor grote opkomst.
11 juli 2000 Cheque voor Koningin Wilhelmina Fonds Uitgereikt ter gelegenheid van de eerste veiling van het seizoen 2000-2001 door Danny Blind.
31 mei 2006 Laatste bloembollenveiling De laatste bloembollenveiling aan de Grachtweg in Lisse.
januari 2006 NieuwbouwCNB Heereweg
De bouw van het nieuwe pand aan Heereweg 347 in Lisse.
23 februari 2007 Ingebruikname nieuwe pand Het nieuwe pand aan Heereweg 347 wordt in gebruik genomen.
19 april 2002 Uitbreiding CNB Bovenkarspel Ongeveer 6000 m 2 erbij in Bovenkarspel.
CNB 100 magazine 33
7 januari 2014
24 juli 2015
24 september 2018
13 september 2017
Laatste CNB Midwinterflora De laatste CNB Midwinterflora was in 2014. Hiervoor was er een speciale uitgave van de BloembollenVisie voor onze relaties. #ikopdevoorpagina #covermodel #vakblad
Intensieve verbouwing bij CNB Bovenkarspel Een nieuwe productshow gericht op het product en de relaties van CNB.
Website in de nieuwe huisstijl CNB Tegelijk met de introductie van het nieuwe logo wordt ook de nieuwe website gelanceerd.
Positieve cijfers voor CNB CNB sluit het boekjaar 2017-2018 af met een nettowinst van 1.698.000 euro.
13 september 2017
16 januari 2019 CNB 100 jaar!
13/14/15 januari 2015 CNB Bloem- en relatiedagen Een impressie van de CNB Bloem- en relatiedagen in 2015.
Nieuwe huisstijl CNB In 2017 wordt het nieuwe logo van CNB geïntroduceerd.
5 juli 2018
Topseizoen voor groene veilingen
Het veilingteam van CNB kijkt terug op een succesvol groeneveilingseizoen met maar liefst 150 hectare aan geveilde gewassen.
CNB 100 magazine 35
Latijn Lilium
CNB 507 kopers/verkopers over boekjaar 2017/2018
LELIE Vaak worden witte lelies gebruikt op trouwerijen, omdat de lelie voor maagdelijkheid en zuiverheid staat. Lang geleden, in de tijd van de Grieken en Romeinen, werd een kroon van lelies gemaakt voor bruiden. Deze kroon moest een vruchtbaar leven brengen.
‘Vaak worden
witte lelies gebruikt op trouwerijen,
omdat de lelie voor maagdelijkheid en zuiverheid staat.’
Waar komt de lelie dan vandaan? In het wild kun je ze in Korea, de meeste Amerikaanse staten, Japan en India treffen. Maar ook in Europa komt de lelie in het wild voor, namelijk in de Kaukasus, Griekenland, Polen, de Alpen en de Pyreneeën. Een belangrijke markt voor de lelie (bloemen) is hetVerenigd Koninkrijk. In tegenstelling tot Nederlanders zijn Engelsen gek op de geur en de pracht van lelies. In Duitsland wordt de lelie vaak gebruikt op begrafenissen. Uw lelievertegenwoordigers bij CNB: Jan Gutter, ErwinVriend, Siebren Mantel, Martin Heemskerk, Jurgen de Graaff, Piet Zoutenbier, Dirk Bloothoofd, Henri Omta, Dick de Mooy
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 37
36
Drie generaties Cyprian de Jong Bloembollen vof te Rutten
Sinds 1955
ONDERTUSSEN IN DE NOORD- OOST- POLDER Ergens halverwege de vorige eeuw kwam Opa Sip de Jong naar de Noordoostpolder. Nu 60 jaar later staat kleinzoon Cyprian de Jong aan het roer van de kwekerij in Rutten. Op dit moment worden er 35 hectare tulpen en 45 hectare lelies geteeld. Cyprian de Jong Bloembollen heeft drie vaste medewerkers in dienst en alle werkzaamheden zijn in eigen beheer. Hoe zie je de toekomst? ‘De toekomst biedt perspectief als ik kijk naar de nieuwe mogelijkheden van de tulpenveredeling, de ontwikkelingen in de lelieteelt en de veranderende afzetmogelijkheden. Positief vind ik de bundeling van kennis en krachten in de verschillende kwekersverenigingen waar ik lid van ben. Daarnaast ben ik benieuwd naar de ambities van de kinderen. Interesse hebben ze beiden in het bedrijf. Het lijkt mij en ons mooi als er een vorm van samenwerking c.q. overname komt op termijn,’ aldus Cyprian de Jong.
1955 Oprichting door opa de Jong (Sip de Jong). Hij kwam samen met zijn vrouw, kinderen en dieren van Ameland naar de Noordoostpolder om daar te wonen en te werken. Opa de Jong was de eerste pachter van het bedrijf aan de Noordermeerweg in Rutten. De grond was er licht en in eerste instantie niet echt vruchtbaar. Door drainage en het bewerken van het land werd de grond uiteindelijk geschikt voor bollenteelt. 1970 Overname van het bedrijf door Nico de Jong. 1976 Een start werd gemaakt met de tulpenteelt doordat de eerste tulpensoorten werden gekocht. Er werd afscheid genomen van de koeien. 1986 Samenwerking tussen Nico en Cyprian. Cyprian had interesse in de lelies en de eerste soorten werden aangeschaft. 2004 Overname van het bedrijf door Cyprian de Jong. Afscheid van het pootgoed werd genomen en daarmee van de akkerbouwtak.
Cyprian de Jong 4-10-1968
Alice Valk 17-7-1969
Marit de Jong 3-9-2004
Nico de Jong 28-3-1944
Jens de Jong 22-6-2007
Toos de Jong-Thielen 20-8-1945
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 39
38
Wie? Frans van der Geer, CNB Makelaardij
Onze kracht is dat we een totaalpakket bieden: aan- en verkoop, pachtzaken, taxaties van onroerende en roerende zaken en dergelijke. In de makelaardij varen we mee op de golven van het vak, maar er is altijd geloof en vertrouwen geweest dat we bestaansrecht hebben. Iets wat bevestigd wordt door de resultaten die we behalen.’ De taal van de sector spreken Een van de belangrijkste lessen die Frans in al die jaren geleerd heeft, is dat een agrarische makelaar de taal van de sector moet spreken en als het even kan ook zijn sporen in het vak verdiend moet hebben. Dat is precies de reden waarom hij ruim voor zijn pensionering zijn opvolger uit de CNB-gelederen rekruteerde. Frans: ‘Dat werd Bas Scholten en – later – werd ook Stefan van derVlugt aan het team toegevoegd.’ Frans: ‘Na mijn pensionering ben ik bij de makelaardij betrokken gebleven. Ik werk er nog een paar dagen per week. Samen met Bas, Stefan en Sandra, die er ook nog altijd is, vormen we een leuk en succesvol team dat graag voor klanten klaarstaat. Ik heb het hier nog steeds naar mijn zin.’ ‘Na mijn pensionering ben ik bij de makelaardij betrokken gebleven.’
Te koop, te huur: CNB Makelaardij in vogelvlucht
de CNB-Holding. Er werd een fulltime makelaar aangetrokken die de leiding kreeg over het nieuwe bedrijf. Frans, die het makelaarswerk altijd gecombineerd had met zijn werk als vertegenwoordiger, werd als parttime freelancer aan het makelaarsteam toegevoegd. Frans: ‘Dat werkte prima en ik was blij dat ik beide functies, die ik allebei met enorm veel plezier vervulde, kon blijven combineren.’ Van parttime naar fulltime Maar in 1995 zag Frans zich toch min of meer gedwongen om zijn duofunctie op te geven.Vanwege de langdurige ziekte van de toenmalige directeur zat CNB Makelaardij in zwaar weer. De resultaten vielen tegen en de secretaresse en rots in de branding van het bedrijf, Sandra Bouckaert, nam in deze stuurloze periode ontslag. Frans stelde aan de CNB-directie voor dat hij zich fulltime aan CNB Makelaardij wilde verbinden, mits Sandra terug zou komen. En zo geschiedde. Frans werd directeur en kreeg de opdracht om het bedrijf binnen drie jaar weer financieel gezond te maken. Met de inzet van het hele team lukte dat ruimschoots. Frans: ‘We voorzagen én voorzien duidelijk ‘We voorzagen én voorzien duidelijk in een behoefte in de markt.’ in een behoefte in de markt. CNB en CNB Makelaardij versterken elkaar.
Het begon allemaal in 1969. Het jaar dat de toen 20-jarige Frans in dienst trad bij CNB (toen nog HBG) als dahliavertegenwoordiger. Eerst werkte hij alleen, later in teamverband met Hein Schrama en HarryWitteman. In het team werd nauw samengewerkt en had iedereen zijn eigen taken. Frans: ‘Landverhuur, zoals dat toen nog heette, werd al snel één van mijn taken. Dahliakwekers hadden ieder jaar weer een nieuw, vers stuk land nodig en ik zorgde daarvoor.’ Frans vond dat werk leuk en had er – zo bleek - een goed gevoel voor. Als snel bemiddelde hij ook in huurland voor tulpen-, hyacinten- en narcissenteelten en adviseerde hij kwekers over de pachtwet, waar hij zich op eigen initiatief in verdiept had. De stap naar verkoopbemiddeling was van daaruit een kleine. Op verzoek van een aantal kwekers startte Frans met bemiddeling in de aan- en verkoop van land. Frans: ‘Eerst nog op bescheiden schaal, maar ik zag direct dat ook daar een serieuze markt voor was. Mijn collega’s in het dahliateam moedigden me aan en gaven me de ruimte om daarop in te spelen. Omdat ik het werk goed aan wilde pakken, wilde ik een makelaarsopleiding volgen. Dat plan werd door de toenmalige directeur van CNB, Cor Segers, omarmd. En zo schoof ik begin jaren tachtig (van de vorige eeuw) weer in de schoolbanken op de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ik volgde al mijn lessen in de avonduren, studeren deed ik voornamelijk in het weekend.’ Studeren in de avonduren en weekenden Met goed gevolg, begin 1986 slaagde Frans voor zijn makelaarsdiploma. In datzelfde jaar besloot de CNB-directie om de makelaarszaken onder te brengen in een aparte bv: een dochterbedrijf van
Wie CNB Makelaardij zegt, zegt al snel Frans van der Geer. Hij is niet alleen medegrondlegger van de vastgoeddienst van CNB maar hij is er anno 2019 nog steeds als parttimer aan verbonden, ondanks zijn pensionering in 2013. ‘Ik werk in een leuk en succesvol team dat graag voor klanten klaarstaat. Ik heb het hier nog steeds naar mijn zin.’
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 41
40
Wie? Drie generaties tulpenvertegenwoordigers: Gerrit Bos, Michel Longayroux en Niels Laan
Op koppiestijd moest je erbij zijn!
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 43
42
Zet drie generaties tulpenvertegenwoordigers bij elkaar en je krijgt voor meer dan 100 jaar aan nostalgische, waargebeurde en hilarische verhalen. Gerrit Bos, CNB’er van 1967 tot 1997, Michel Longayroux, CNB’er vanaf 1988 en Niels Laan, CNB’er vanaf 2015, schetsen samen al pratend én lachend een levendig beeld van wat volgens hen het mooiste ‘speelveld’ ter wereld is: de tulpenbemiddeling door de jaren heen.
‘Met up-to-date- kennis van de markt en kennis van het assortiment kunnen we voor kwekers en kopers het verschil maken.’
De drie heren ontmoeten elkaar in een bruine kroeg in ’tVeld, vlakbij de plek waar vroeger broeiproefbedrijfVan den Hoek gevestigd was. Enerzijds omdat Gerrit (81 jaar) er ’s middags toch moet zijn voor zijn wekelijkse biljartmiddag. Anderzijds ‘for old times’ sake’: volgens Gerrit en Michel werd menig bollenbriefje vroeger definitief bezegeld aan de toog of het biljart, vooral tijdens de bekende bolbloemententoonstelling in Bovenkarspel. Maar hoeveel kroegdeals er ook gesloten zijn, Gerrit maakt direct duidelijk dat zijn werk vroeger uit veel meer dan kroegbezoeken bestond. Gerrit: ‘In het seizoen was ik van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de weer. Ik was dagelijks bij het broeiproefbedrijfVan den Hoek te vinden om te volgen hoe de (nieuwe) soorten zich ontwikkelden. Daarnaast bezocht ik drie dagen per week kwekers om te kijken wat ze teelden en om te vragen of ik voor ze mocht verkopen. De andere twee dagen bezocht ik de handelsbeurzen, eerst nog in Haarlem aan de LeidseVaart, later bij Treslong in Hillegom.’ Gerrit, kom je ff in mijn hok? Gerrit vertelt wijd gebarend hoe zo’n beurs eruit zag: een grote ruimte met daarin zestig tot zeventig hokjes (boxen) van twee bij drie meter, voorzien van een bordje met het nummer van de handelaar erop, waar de betreffende handelaar kantoor hield. Gerrit: ‘Ik liep dan met mijn bollenaanbod van de ene naar de andere handelaar. Als bepaalde handelaren riepen: ‘Gerrit, kom ff in mijn hok’ wist ik dat ik goeie handel had.’Volgens Michel en Gerrit waren de handelsbeurzen belangrijk: het was niet alleen de plek waar vraag en aanbod bij elkaar kwam en de marktprijs bepaald werd, maar ook een efficiënte manier om elkaar in het toen nog pre-digitale tijdperk te vinden. Michel tegen Niels: ‘Kun je je het voorstellen, werken zonder mail en
mobiele telefoon? Ik had altijd een zak kwartjes bij me om onderweg vanuit een telefooncel een deal te kunnen sluiten, maar thuis bellen deed ik ook. Dan zat ik op de overloop achter een bureautje: als ik mijn bureaustoel iets te enthousiast naar achteren schoof, kukelde ik bijna de trap af. Als ik iemand echt persoonlijk moest spreken, reed ik altijd op ‘koppiestijd’ aan.’ Gerrit valt bij: ‘Mijn vrouw nam overdag alle telefoontjes voor mij aan. Als ik dan tussen de middag of ’s avonds thuiskwam lag er een terugbellijstje klaar. Ik zat gerust tot elf uur, half twaalf ’s avonds te bellen. Of ik werd tegen twaalven nog gebeld: ‘Gerrit, ik dacht jij bent nog wel aan het werk, ik ken je nog ff bellen met een order.’ Gerrit, die met pensioen ging voor volgens hem het ‘nieuwe gedoe’ zijn intrede deed, knipoogt naar Niels en zegt: ‘Ik vind dat jullie het nu maar vreselijk makkelijk hebben.’ ’sWinters zijn we verkopers, ’s zomers probleemoplossers Niels kan er hartelijk om lachen en pareert: ‘Als ik jullie zo beluister is er heel veel veranderd, maar ook veel niet. Ook wij zijn altijd onderweg, naar kwekers, broeiers en handelaren. En ook wij slijten heel wat uurtje bij de broeiproeven om met eigen
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 45
44
Niels Laan ‘Ik vind dat ik een top baan heb.Vooral het contact met kwekers en handelaren en de dynamiek om tot een order te komen, vind ik het mooiste wat er is. Je moet nieuwsgierig zijn, lef hebben, flexibel zijn en goed kunnen communiceren. En je moet echt willen investeren in een relatie. Toen ik bij een grote kweker voor het eerst op het bedrijf kwam, zei hij: ‘Wat kom je doen, ik ga toch geen zaken met je doen.’ Ondanks dat heb ik contact gehouden en ben ik relevante kennis met hem blijven delen. Inmiddels is hij een van mijn grootste klanten. Een van mijn andere klanten zei tegen mij: ‘Er zijn er veel te veel van jullie’, waarop ik direct antwoordde: ‘Dat klopt, maar misschien doet u wel met te veel van ons zaken.’ Op dat moment reageerde hij niet, maar toen ik wegging zei hij: ‘Je hebt helemaal gelijk.’ Sindsdien heb ik voor hem al heel wat bollenbriefjes kunnen schrijven.’
Het eerste bollenbriefje Ze hebben hem alle drie nog, ergens opgeborgen in een la. Opzoeken hoeven ze hem niet, want ze weten uit hun hoofd precies wat erop staat. Het eerste bollenbriefje markeert een belangrijke mijlpaal voor iedere vertegenwoordiger. Michel: ‘Daarna wordt het pas weer legendarisch als je de grens van een miljoen bollen passeert.’
Gerrit Bos ‘Mijn mooiste herinnering? Die heb ik eigenlijk niet. Ik heb dit werk altijd met vreselijk veel plezier gedaan: ik was fanatiek, nam altijd de telefoon op en vond het machtig mooi om met handelaren en kwekers in gesprek te gaan. Kilohandel, zijnde de bemiddeling van nieuwe soorten, was mijn specialiteit en mijn motto was altijd: als ik eenmaal één voet op de dam heb, ga ik er niet meer van af.’ Na dit antwoord valt Gerrit even stil, hij denkt even na, neemt een diepe ademhaling en hervat zijn betoog met een reeks hilarische anekdotes die een boek waardig zijn. Een tip van de sluier? Ze gaan allemaal over bollen en wat die doen met mensen zoals Gerrit Bos, kwekers en handelaren.
Michel Longayroux ‘Wat ik het allerleukste aan mijn werk vind? Het omgaan met zoveel verschillende mensen en de mooie resultaten die je met elkaar kunt bereiken. En natuurlijk ook de lol en ongein die je op gepaste tijden met elkaar kunt maken. Bovenkarspel nog eens bezoek gehad van een kwekerszoon die bollen door elkaar gegooid had en niet meer wist of hij rode of gele Apeldoorn bij zich had. ‘Geen probleem’ zeiden we toen. ‘Pak een mesje en snijd een bol doormidden. Als de spruit dan geel is, heb je gele Apeldoorns, als die rood is een rode.’ Ik heb nog nooit iemand zo opgelucht zien kijken.’ We hebben op ons kantoor in
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 47
46
ogen te volgen hoe bollen het in de praktijk doen, nu in proeftuin Zwaagdijk. Met up-to-date-kennis van de markt en kennis van het assortiment kunnen we voor kwekers en kopers het verschil maken.’ Michel beaamt dat: ‘Dat was vroeger zo en dat is nu nog steeds zo. We moeten er bovenop zitten en in het tulpen bemiddelingsteam kennis delen. Het is nog steeds zo, dat we in de keten het beste overzicht over de markt hebben.’ De conclusie van de heren is eensluidend: als een vertegenwoordiger zijn kennis goed inzet en het samenspel tussen CNB, handelaar en kweker goed beheerst, kan iedereen geld verdienen.Volgens Niels is naast kennis goede communicatie een vereiste. Niels: ‘Iedereen is anders en dus moet je met iedereen anders communiceren. Ik vind het leuk om me in te leven in een ondernemer en in zijn specifieke bedrijfssituatie. Als je dat goed kan, wordt de handel je gegund.’ Gerrit knikt instemmend en Michel legt uit dat de beste vertegenwoordigers juist ook waarde toevoegen in het oplossen van problemen. Michel: ‘De stelregel is duidelijk: eenmaal van de dam, blijven bollen van de dam.Verkocht is verkocht. Maar klachten, tekorten of overschotten moeten we wel serieus nemen én oplossen met juiste compromissen.’ Niels: ‘Als je dat goed doet, mag je terugkomen is mijn ervaring.We zijn ’s winters feitelijk verkopers en ’s zomers probleemoplossers.’ De klok was een onruststoker Michel reageert: ‘Wat dat betreft ben ik blij dat de klok, die ’s zomers ingezet werd in de daghandel verdwenen is. Het gebeurde dat een kleine handelaar, die met zijn rug tegen de muur stond bij zijn klanten, zoveel geld gaf voor een klein partijtje dat hij daarmee het marktsentiment en dus de marktprijs op scherp zette.’ De klok was een onruststoker en gaf een vertekend beeld
Er zijn minder spelers in de markt, maar die telen wel veel meer. Gerrit: ‘Ik hoefde nooit ver te rijden naar mijn volgende adres: in ieder dorp zaten zeker tien kwekers. Mijn grootste kweker teelde twee hectare tulpen. De schaalvergroting is op gang gekomen nadat het vergunningstelsel verdween.’ Michel: ‘Tegenwoordig telen veel kwekers meer dan vijftig hectare. Toen ik begon, waren deals van een paar kilo nog heel normaal, nu praten we over tonnen. Dat betekent overigens niet dat de druk en de risico’s nu groter zijn dan vroeger: je moet alles in verhouding zien.’ Wat moesten we toen met die ‘rommel’? Maar de echte grote verandering in de markt is volgens de heren de ontwikkeling van de vraag en het assortiment geweest. Vroeger werden tulpenbollen bijna alleen geteeld voor de export droogverkoop. Scandinavië was daarop de enige uitzondering, daar werden al tulpen in klei gebroeid. Michel: ‘De broeierij in Nederland kwam pas in de jaren tachtig op gang, eigenlijk uit pure armoede. De bollenprijzen waren zo slecht dat kwekers ze zelf maar gingen broeien in de hoop dan wat meer te vangen. In Bovenkarspel had je daarvoor nog een gemeenschapskas die betaald werd door de kerk.’ In die tijd bleek dat het assortiment niet echt geschikt was voor de broeierij. Het was aan de veredeling om daar verandering in aan te brengen. Gerrit: ‘Ik weet nog goed dat ik ooit op 23 december bij Van den Hoek binnenliep en een klap op mijn schouders kreeg van de eigenaar: ‘Gerrit, we hebben nu een tulp staan die voor kerst al goed in bloei staat’ zei hij.’ Gerrit heeft daarna het assortiment steeds beter zien worden. ‘Heel eerlijk? Als ik het huidige broeierijassortiment vergelijk met vroeger, denk ik wel eens wat moesten wij toen met die ‘rommel’?’ besluit hij met een lach.
van vraag en aanbod.Wat wel goed was volgens de heren, was de minimumprijs die voor tulpenbollen gold en dat de doordraai van de klok direct vernietigd werd.’ Gerrit vult aan: ‘Daarnaast moest je tot eind jaren zestig, begin jaren zeventig een vergunning hebben om bollen te mogen telen: die vergunningen werden ook op de beurs verhandeld.’ Aangespoord door dit verhaal, vraagt Niels wat er volgens Gerrit en Michel nog meer veranderd is in de tulpenketen. Schaalvergroting is daarop hun antwoord. gold en dat de doordraai van de klok direct vernietigd werd.’ ‘ Wat wel goed was, was de minimumprijs die voor tulpenbollen
CNB 100 magazine
CNB 100 magazine 49
48