Data Loading...
Greenity 66
58 Downloads
148.75 MB
Twitter Facebook LinkedIn Copy link
RECOMMEND FLIP-BOOKS
Greenity 86
l d n lapp n rog r keuze uit 1000-1200-1400mm breed, 10-24 . lsp el r 1650 x 5000mm dubbel
Greenity 82
export bij de Bloembollenkeuringsdienst, noemt dat begin december ‘een ingewikkelde categorie’. “Het
Corporate Park 66
Corporate Park 66 Page 1 Page 2-3 Page 4 Made with FlippingBook - professional solution for displayi
1948-66 Pickups
Ford script $35.00 each 01A-18416-B 1932-50 Pickup . . . . . . . . . . . . . . .
Greenity 83
of advertenties. De redactie houdt zich het recht voor om ingezonden brieven enmededelingen niet te
Greenity 61
broeier Andijk [email protected] We zijn nu alweer twee maanden onderweg in het nieuwe jaar. Daar kan
Greenity 59
of advertenties. De redactie houdt zich het recht voor om ingezonden brieven enmededelingen niet te
Greenity 57
groothandel willen leveren”, legt Thomas Evers uit. “Het knoppenaantal is bepalend voor onze lelie e
Greenity 78
f r i it r I ti f r i • Beschermt tegen sclerotinia en stromatinia (droogrot) • Voor een zekere
Greenity 75
of advertenties. De redactie houdt zich het recht voor om ingezonden brieven enmededelingen niet te
8 mei 2020
12 A&L Duin zoekt het in aparte soorten
Toonkamer 38 Keukenhof als showroom van sortiment
26 Zuid-Amerika vestigt hoop op Moederdag
42 Corona legt markt bollen-op-pot plat
66
Rijksstraatweg 56a 2171 AM Sassenheim
tel: 0252-222580 [email protected] www.helmus.nl
KPI wenst iedereen sterkte toe in deze moeilijke tijd en we hopen dat iedereen gezond blijft.
Spoelen voor kwekerij en exportschoon van alle bollen, knollen en (vaste) planten.
Warmwaterbehandelen (koken) met of zonder ECA water van o.a. Allium, Amaryllis, Crocus, Iris, Narcis, Tulp, Aconitum, Astilbe, Hosta, Pioen en vele andere produkten. Behandelingen voeren wij uit volgens richtlijnen van de BKD inclusief behandelingscertificaat en wij hebben veel ervaring met behandelingen ‘op maat’.
greenity-helmus 190305.indd 1
07-03-19 14:33
Contact Tel: +31 (0)223-522036 Fax: +31 (0)223-522481 E-mail: [email protected]
Bezoekadres Industrieterrein ‘Kooypunt’ Takelaarsweg 2-8 1786 PR Den Helder
Advies Voor iedere situatie op maat. Kennis van beluchting en product. Ontwerp van installaties.
Klimaattechniek Bulb Climate Controller (BBC) voor ideale klimaatbeheersing in zowel droog- als bewaarsituaties.
Systemen en units Drogen en/of bewaren. Hoogwaardige uitvoering. Innovatief en energiebesparend.
Ventilatoren Klima ventilatoren. Gelijkstroomventilatoren.
Kisten Dichte of lattenkisten. Multiplex of betonplex. Iedere afmeting mogelijk.
I NHO U D
10 Rooiadvies tulp Er zijn weinig telers die vrijwillig nu al tulpen rooien om straks de markt te ontzien. ‘Dat kan altijd nog.’
32 Ziekzoekrobot In Bollenrevolutie 4.0 wordt hard gewerkt aan een automatisch ziekzoeksysteem.
In dit nummer 10 Tulpentelers: ‘Nu rooien? Weggooien kan altijd nog’ 12 Bloemenkwekerij A&L Duin: ‘Hoe aparter, hoe beter’ 16 BKD: ‘Belangrijkste is dat we ons werk blijven doen 23 Alibi Flora tegen echte meeldauw 26 Zuid-Amerika hoopt op goede Moederdag 28 Veel wijzigingen in gewas- bescherming vaste planten 32 Computer leert ziekzoeken 38 Kleurenkracht in Keukenhof 40 Bollensector anticipeert op problemen 42 Corona legt bol-op-potmarkt lam 45 Stigas: anderhalve meter 46 Classificering schept duidelijkheid
Vaste rubrieken 4 In de media 6 In gesprek Henk Bouman 9 Column John Boon
26 Zuid-Amerika De Zuid-Amerikaanse markt zucht onder de coronacrisis. Handelsbedrijven vestigen hun hoop op Moederdag.
18 De naam is 19 Tech&Mech 20 Ooit 21 5 minuten Ton Groot 24 KAVB 30 Vakvenster 34 CNB
Op de cover 38 De Keukenhof is dicht, maar de bolbloemen tonen er ‘gewoon’ hun kleurenpracht. Inzenders mogen af en toe achter gesloten deuren naar hun product kijken. Jan van der Slot bezoekt zijn inzending met tuinman en ontwerper Frans Beijk. “Keukenhof is een prima plek om ons gevarieerde sortiment te laten zien”, meent Van der Slot.
48 Anthos 50 Hobaho 51 Vaste planten Hemerocallis 53 Teeltverbetering 54 Teeltadvies 58 Het onderzoek van Frank Kreuk
8 mei 2020
3
8 mei 2020
VA N D E R E D A C T I E
Excuses
Hans van der Lee — Hoofdredacteur [email protected]
Terwijl de risicogroepen ‘veilig’ opgeborgen zijn tijdens de coronacrisis en het advies ‘blijf zo veel mogelijk thuis’ onverkort blijft gelden, zijn de kwekers gewoon met hun werk bezig. Die bollen trekken zich niets aan van dit virus, maar wel van andere virussen. Er wordt dus gewoon geselecteerd, gekopt en gespoten. Controlerende instanties nemen de voorschrif- ten van het RIVM in acht, maar dat wil niet zeggen dat de BKD of de milieu-inspecteur van het waterschap zijn of haar werk vanachter het thuiswerkbureau doet. Ze komen gewoon langs, dus het blijft zaak scherp te blijven. Is het niet om boetes te voorkomen, doe het dan voor het milieu. Of het niet wat minder kan met die milieunor- men tijdens de coronacrisis, want de kwekers zijn al voldoende de dupe, is een van de ge- luiden die de redactie de afgelopen weken be- reikten. Het was een reactie op een aflevering van de serie over waterschappen. Daarin werd gesteld dat er weliswaar al veel milieuwinst is geboekt, maar dat er nog meer moet worden gedaan om het water schoner te krijgen. De een ziet het als een uitdaging, de ander als een gebed zonder eind. Er zitten twee kanten aan dit verhaal. Na- tuurlijk moet er zo schoon mogelijk worden gewerkt. De andere kant is dat we steeds meer vinden in water en bodem door verbeterde meetmethoden. Ook stoffen die daar lang ge- leden terecht zijn gekomen, of stoffen die mo- gelijk door een andere vervuiler zijn verspreid. Zelfs in een bol op een biologisch perceel zijn restanten van middelen gevonden, blijkt uit monsters. Het bleek te gaan om een stof die al tientallen jaren niet meer wordt gebruikt en ook niet meer in een middelenkast staat. Kun je dat de telers van nu aanrekenen? Of moeten die soms excuses maken voor het verleden?
ROL onderzoekt de weerbaarheid van lelies Op het proefveld van Regionaal Onderzoek Lelieteelt (ROL) in Vledder worden lelies geplant voor onderzoek naar weerbaarheid. Vijftien cultivars worden hierop getest. Doel is van de proef is te- lers een beter inzicht te geven bij de keus van hun assortiment: een goed verkoopbaar product dat geteeld kan worden met geen, of zo weinig mogelijk, gewasbeschermingsmiddelen. Naast een flinke besparing wordt daarmee ook tegenmoet gekomen aan de maat- schappelijke druk om de bollen met minder middelen te telen.
ROL is in 2016 gestart met on- derzoek naar verschillende bio- stimulanten en plantversterkers in de teelt van lelie. Als vervolg daarop wordt nu een onderzoek uitgevoerd waarin biologische teelt wordt vergeleken met de gangbare teelt. Ook is er een va- riant waarin zeer terughoudend wordt gespoten. Door een student van Hogeschool Van Hall Larenstein is bij advies- bureau Delphy een inventarisa- tie uitgevoerd onder lelietelers naar de vatbaarheid van het le- liesortiment voor aaltjes, schim- mels en virus. Uit de lijst van 140 soorten die daardoor ontstond zijn er 15 gekozen die zullen wor- den getest. De veldjes zijn voldoende groot om plantgoed voor het tweede
jaar te kweken en tevens mon- sters aan handelsbedrijven be- schikbaar te stellen. In de con- trole zullen de lelies gangbaar worden geteeld waarbij de gewas- bescherming en de bemesting zal plaatsvinden conform de gangba- re praktijk. GEWAS BEZICHTIGEN In augustus is (onder voorbe- houd van de corona-ontwikke- lingen) het gewas te bezichtigen tijdens de open dagen. Na de oogst zullen de opbrengsten worden be- paald. De leverbare bollen zullen in de kas in bloei worden getrok- ken om de takkwaliteit te beoor- delen. Het onderzoek is mogelijk ge- maakt door een bijdrage van de gemeente Westerveld en het lelie- fonds van de bollensector.
4
8 mei 2020
S T E L L I NG
Ik plant fors minder bollen
De invloed van de coronacrisis op de bollenhandel reikt verder dan dit jaar. Het verloren terrein in de export is niet zomaar teruggewonnen. Daarom plant ik fors minder bollen om de markt te ontlasten.
59 % E E N S
Op www.greenity.nl kunt u reageren op de nieuwe stelling: ‘Anderhalve meter is op mijn bedrijf goed te doen’.
FloraHolland: tientallen miljoenen verlies Veiling Royal FloraHolland verwacht het komende jaar een verlies van ‘tientallen miljoenen’. Daarmee overschaduwt het effect van de coronacrisis de cij- fers over het afgelopen jaar, die CEO Steven van Schilf- gaarde en CFO David van Mechelen vrijdag 24 april online presenteerden. De veiling mist tot nu toe een omzet van circa 350 tot 400 miljoen euro, verklaarde Van Mechelen. Dat komt neer op zo’n 40 procent aan misgelopen omzet. Van Schilfgaarde hoop dat medio of eind mei de volumes weer oplopen, als de grenzen weer openen en de handel aantrekt. De grootste krimp betreft overigens de klok- handel. Afgelopen jaar steeg de productomzet juist met 3,1 procent naar 4,1 miljard. Het bedrijfsresultaat komt uit op 5,6 miljoen. Om de financiële tegenvaller het hoofd te bieden, stelt de veiling niet-noodzakelijke investeringen zoals groot onderhoud aan gebouwen uit. Ondertussen doet Flora- Holland een beroep op het noodfonds voor de sierteelt, wordt gebruikgemaakt van de overbruggingsregeling NOW voor het personeel en snijdt de veiling zoveel mo- gelijk in kosten voor tijdelijk personeel. Via Royal FloraHolland zijn in 2019 12,3 miljard bloe- men en planten verhandeld, een stijging van 1,5%. De productomzet bedroeg €4,8 miljard, een stijging van 3,1% ten opzichte van 2018. De veiling zag meer pro- duct en hogere prijzen. De bloemen en planten werden geleverd door 5.406 aanvoerders en gekocht door 2.458 klanten. Het bedrijfsresultaat bedroeg dankzij lagere bedrijfslasten € 5,6 miljoen. Uit het jaarverslag blijkt voorts dat het operationeel resultaat in 2019 90 miljoen bedroeg en dat het aandeel van de klok in 2019 licht afnam tot 40,7% van de omzet.
Foto: Arie de Wit
Vakmansoog Geconcentreerd loopt oud-bollenkweker Willem Schrama langs de bedden met hyacint ‘Anna Lisa’. Ziekzoeken doet hij al zestig jaar, eerst op zijn eigen bedrijf en nu sinds jaar en dag bij G. de Wit en Zonen uit Lisse. Dit perceel ligt aan de Loosterweg in Voorhout. Het controleren op virussen en bacterieziekten gaat door tot de rooitijd. In het geval van ‘Anna Lisa’ is dat tegen eind mei. Het zoeken naar afwijkende planten gebeurt doorgaans met drie à vier man, afhankelijk van de drukte in de broeierij van snijhyacinten. “Gelukkig zijn we nog niets geks tegengekomen”, zegt Maarten de Wit. “Maar net hadden we nog een beetje hagel en dan kan er zomaar iets invallen.”
C O L O F ON
8 mei 2020 De redactie werkt op basis van een redactiestatuut. Aan alle artikelen en rubrieken wordt de meest mogelijke zorg besteed. Uitgevers, redactie en medewerkers aanvaarden echter geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die direct en/of indirect kunnen voortvloeien uit de inhoud van artikelen en/of advertenties. De redactie houdt zich het recht voor om ingezonden brieven enmededelingen niet te plaatsen dan wel te wijzigen of in te korten. Overname van artikelen, berichten of fotografie is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie. Greenity is een voortzetting van het tijdschrift BloembollenVisie (2003-2017). BloembollenVisie ontstond uit een samenvoeging vanMarktVisie (CNB) en Bloembollencultuur (KAVB). REDACTIE Hans van der Lee (hoofdredacteur), Lilian Braakman, Arie Dwarswaard, Ellis Langen en Monique Ooms (vakredacteuren), André Leegwater (eind- en webredacteur) FOTOGRAFIE René Faas VORMGEVING Filie Nicola en Lianne van ’t Ende WEBSITE www.greenity.nl CONTACT Postbus 31 | 2160 AA Lisse | tel. 0252-431 431 | [email protected] ADMINISTRATIE tel. 0252-431 200 | [email protected] REDACTIEADRES Heereweg 347 | 2161 CA Lisse ABONNEMENTEN Excl. btwper jaar:Nederland€275,–, Europa€295,–, buitenEuropa€325,– ADVERTENTIES Bureau Van Vliet bv | Postbus 20 | 2040 AA Zandvoort | tel. 023-5714745 | [email protected] UITGEVERS KAVB en CNB ISSN 2589-4099
Vanwege de vele afgelastingen van evenementen door het coronavirus staat er in deze Greenity geen agenda.
5
8 mei 2020
I N G E S P R E K
6
8 mei 2020
‘Teler wordt waterbeheerder op eigen bedrijf ’
De bloembollensector loopt als een rode draad door het werkzame leven van Henk Bouman. Op 1 juni neemt hij afscheid van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) als adviseur waterkwaliteit. Terugkijkend en vooruitblikkend ziet hij dat de sector echt is veranderd als het om waterkwaliteit gaat. “De sector legt de lat steeds hoger.”
Henk Bouman ADVISEUR WATERKWALITEIT HHNK
Sinds 1989 werkt Henk Bouman als adviseur waterkwaliteit bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Vanuit zijn func- tie was hij betrokken bij diverse ontwikkelingen die ertoe hebben geleid dat de waterkwaliteit in het werkgebied van het HHNK aan- toonbaar is verbeterd. Omdat er relatief veel bloembollen worden geteeld in het gebied van het HHNK, kwam Bouman veel in con- tact met de bloembollensector. Per 1 juni gaat hij met pensioen.
Tekst: Arie Dwarswaard | Fotografie: René Faas
Voordat u in 1989 bij HHNK begon, werkte u voor het Consu- lentschap voor de Tuinbouw in Hoorn. Welke functie had u daar? “Ik begon in 1980 na mijn opleiding aan de Hogere Tuinbouw- school in Utrecht bij het Consulentschap voor de Tuinbouw (CT) in Hoorn als specialist kwaliteit en bewaring. In die tijd veran- derde er al veel in de bloembollen- en vollegrondgroenteteelt. Palletkisten werden de standaard en de klimaatregeling bij de bewaring en preparatie werden computergestuurd. Net voordat het CT opgeheven ging ik in 1989 werken bij het hoogheemraad- schap dat toen Uitwaterende Sluizen heette in Edam.” Wat was het eerste bollenproject waarmee u aan de slag ging? “Tijdens het sollicitatiegesprek kwam ter sprake dat met name op de kleigrond bloembollentelers volop gingen spoelen en dat dit spoelwater zo op het oppervlaktewater werd geloosd. Ge- volg was een sterke vervuiling. Bij het consulentschap hadden we ons al met dit onderwerp beziggehouden en er een rapport over geschreven. Ik kon hier dus het nodige over vertellen. Toen ik was aangenomen werd dat mijn eerste klus. Er was een alternatief voor het lozen en dat ben ik met ondernemers en instanties gaan uittesten. In 1992 werd er een lozingsver- bod van kracht van niet-bezonken spoelwater. KAVB en WLTO stimuleerden hun leden om te gaan investeren in gesloten spoelsystemen.” Hoe kwamen de gewasbeschermingsmiddelen bij u in beeld? “Toen we met het spoelwater aan de slag gingen, namen we ook monsters van het slootwater, die we onderzochten op de aanwezigheid van middelen. De eerste resultaten waren niet
8 mei 2020 “In 1990 richtte de bloembollensector het Milieuplatform op. Daar werden tal van praktische zaken besproken waarmee de sector aan de slag ging. Voor een goede afstemming met overheden werd het Doelgroepoverleg opgericht, dat nu is doorontwikkeld tot het Landelijk Milieuoverleg Bloembollen. Daarin zaten toen de provincies, relevante ministeries en de twee waterschappen die het meest met de sector te maken Hoe raakte u betrokken bij het milieuoverleg door de bloem- bollensector? best. Er werden normoverschrijdingen gevonden van carben- dazim van wel vijfhonderd keer de toegestane waarde. Dat kon niet alleen maar komen door drift bij het spuiten en van het lekken vanuit fust. Waarschijnlijk werden er in die tijd ook nog gewoon dompelbadrestanten geloosd in de sloot. Naast carbendazim werden aldicarb, pirimifos-methyl en vanaf 2000 ook imidacloprid in hoge concentraties in het oppervlaktewa- ter aangetroffen.” Wat kon het hoogheemraadschap hieraan doen? “In die tijd was de Milieufederatie actief richting de bloembol- lensector. Die spande rechtszaken aan tegen het hoogheem- raadschap omdat ze vond dat wij de toenmalige Wet veront- reiniging oppervlaktewater (Wvo) niet goed toepasten op de lozingen. De Raad van State stelde de Milieufederatie in het gelijk en dus gingen wij aan de slag. Daaruit is een individuele verlening van lozingsvergunningen aan bloembollenbedrijven ontstaan. De vergunningsaanvragen kwamen tot stand tijdens keukentafelgesprekken. Dit proces van vergunningverlening hebben wij destijds afgestemd met de KAVB.”
7
8 mei 2020
I N G E S P R E K
hadden: HHNK en Rijnland. Ik zat namens het HHNK in dit overleg. Problemen werden besproken, opgelost en regelgeving omgezet. Het was de kraamkamer van nieuw beleid.” Uiteindelijk bleek de individuele vergunning niet houdbaar. Wat kwam daarvoor in de plaats? “Toen we met de individuele vergunningen bezig waren, spande de Milieufederatie opnieuw een zaak tegen ons aan. De vergunningen konden niet als volwaardig worden beschouwd, omdat ze alleen middelvoorschriften bevatten. De Raad van State stelde ook nu de Milieufederatie in het gelijk. De onder- nemers werden verplicht een individueel saneringsplan op te stellen. Uiteindelijk is het zover niet gekomen, omdat in 2000 alles werd geregeld via de algemene regels van het Lozingenbe- sluit Open Teelten en Veehouderij (LOTV).” De afgelopen periode is door de bollensector veel gedaan aan de verbetering van de waterkwaliteit. Hoe is dat ontstaan? “In 2008 was er een kennismarkt bij een loonwerker in het Noordelijk Zandgebied. Ik stond daar namens het Hoogheem- raadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) met een laptop waarop ik liet zien welke stoffen werden gevonden bij de meetpunten in de kop van Noord-Holland. Stefanie de Kool van PPO kwam langs en vertelde mij dat iets verderop Jan Willem van der Meer als gewasbeschermingsmiddelenhande- laar stond met min of meer dezelfde boodschap. Via Stefanie kwam het contact tussen ons tot stand. En zo werd het plan geboren om in een deel van de Anna Paulownapolder met de telers die daar actief waren aan de slag te gaan om met elkaar te onderzoeken hoe de stoffen in de sloot kwamen. Dat lukte, omdat Jan Willem alle kwekers kende. Wij boden aan om de metingen te laten analyseren in ons laboratorium. Dat was het eerste begin van Schoon Erf, Schone Sloot. Een belangrijk inzicht in dat eerste project was het belang van de afvoerputjes. Daar zijn we gaan meten in plaats van in de sloot en dat heeft veel inzicht gegeven in de routes waarlangs middelen in het oppervlaktewater terechtkwamen. De deelnemers bedachten zelf de oplossingen. Ze stonden open voor het verbeteren van de waterkwaliteit. Vanuit dit eerste project is Schoon Erf, Schone Sloot landelijk uitgerold. Wat ik sterk vind, is dat naast de KAVB ook Agrodis en Nefyto zijn aangehaakt. We hebben hetzelfde belang: schoon oppervlaktewater.” Was u namens HHNK betrokken bij andere activiteiten in de sector? “Ja, naast Schoon erf, schone sloot was ik ook betrokken bij de voorloper ervan: Telen met toekomst. Meer recent hebben we meegedaan aan Bezem door de middelenkast en het Landbouw- portaal voor Bodem en Water. Dat laatste project is zo succesvol dat het subsidiebudget van HHNK volledig is aangevraagd. HHNK kijkt nu naar mogelijkheden voor extra budget.” Wat heeft de intensieve inzet voor de bollensector betekend voor de manier van werken door HHNK? “Die is door de jaren heen echt veranderd. Heel lang waren wij de handhavers van de wet- en regelgeving op het gebied van waterkwaliteit. Met het project Schoon Erf, Schone Sloot zijn we ons meer als adviseur gaan opstellen. Daar is de werkwijze ‘zacht waar het kan, hard als het moet’ uit voortgekomen. Dat was voor een aantal medewerkers echt wennen, maar we merken wel dat het veel ondernemers aanspreekt en daardoor effectiever is.”
‘De bollensector is minder vervuilend dan de boomteelt en de glastuinbouw’
Is de waterkwaliteit in de bloembollenteeltgebieden verbe- terd in de afgelopen dertig jaar? “Ja, dat is absoluut zo. Sinds 2013 wordt er in heel Nederland in een vast meetnet bemonsterd. Lange tijd stond de bloembollen- sector bovenaan als het ging om de meeste normoverschrijdin- gen. Afgelopen najaar bleek uit de metingen over 2018 dat dit niet meer zo is. De bloembollensector is gezakt naar de derde plaats en is daarmee minder vervuilend dan de glastuinbouw en de boomteelt. Dat vind ik een prestatie. Ik denk dat een belangrijk deel gerealiseerd is via Schoon erf, schone sloot. Ook al vinden we nog steeds van een aantal stoffen normoverschrij- dingen, de sector is echt op de goede weg. De sector moet deze trend wel vasthouden. Daarvoor mag mijn opvolgster Annette Beems zich gaan inzetten.” Hoe ziet u de toekomst van de bloembollensector vanuit het perspectief van waterkwaliteit? “In het Uitvoeringsprogramma Gewasbescherming, waaraan het ministerie van LNV op dit moment werkt, lees ik dat er wordt ingezet op weerbare plantsystemen. Hier sta ik achter, maar nieuwe resistente rassen in de bollen introduceren duurt lang. Dat geldt ook voor een betere bodemweerbaarheid. Sneller effect verwacht ik van gesloten bedrijfssystemen. Daarbij wordt afval- en drainagewater verzameld, gezuiverd en hergebruikt. De teler wordt dan de waterbeheerder op zijn eigen bedrijf. In het project Bollenteelt Waterproof is daar op ingezet en voor een pilot zijn enkele bedrijven in beeld. Ik denk dat de sector er goed aan doet om te blijven vooroplopen met het investeren in bovenwettelijke innovatieve maatregelen. Als overheden dat faciliteren, dan kan de sector de verplichtingen van de wet- en regelgeving voorblijven.”
8
8 mei 2020
C O L UMN
Kleien
John Boon Tulpenkweker/broeier Andijk [email protected]
Mijn geestestoestand is net een jojo met wel een heel lang touwtje. En hij gaat maar op en neer. Tegenslag na tegenslag komt langs met af en toe een sprankje hoop. Alles lijkt ook wel vloeibaar. Het voelt alsof ik aan het kleien ben met diarree. Voordat de op- lossing vorm heeft, loopt het alweer uit je handen. En het stinkt ook nog. Als de jojo onderaan bungelt, dan komen alle onzekerheden voorbij. Ik denk dat het niet wijs is die onzekerheden allemaal op te noe- men, maar ik denk dat de gevolgen van de corona- maatregelen nog veel erger worden dan we kunnen bedenken. Ik verwacht dat de klok vijf of tien jaar terug gaat met dito arealen en dito welvaartsniveau. Want we maken ons wel zorgen om het virus, maar ik vraag me af wie dit gaat betalen en wat voor ge- volgen het heeft. En dat zal geen rooskleurig voor- uitzicht zijn. Toch kan ik het niet laten om me vast te houden aan de mooie dingen van ons vak, vooral als de jojo bo- venin hangt. Een paar weken geleden met het gezin langs de velden geweest. Supergezellig en dat met drie pubers. Het was ‘skoftig’ weer, mooie velden, goed geplant en soms een prachtig soort ertussen voor de toekomst. En ach, het staat door de kou niet helemaal in volle glorie, maar dat mag de pret niet drukken. En op de weg terug zelfs nog effe een ijssie toe, natuurlijk. Ook de verkoop van de bloemen kan mij niet hele- maal chagrijnig krijgen. Natuurlijk is de prijs even niet wat ik zou willen, maar alles loopt wel weg en als ik dan de feedback van winkels krijg, dan scoren die op het moment nog behoorlijk met tulpen. Som- mige winkels kunnen het zelfs niet aanslepen. Ook de lokale verkoop gaat denk ik veel beter dan ooit gedacht. De voorbeelden dat kwekers vele karren per weekend in een stalletje of lokale winkel verkopen, zijn legio. Andere bloemen hebben het behoorlijk moeilijker. We hebben dus een prachtig product in handen. Sympathiek, veelzijdig, vrolijk, efficiënt en hij doet het altijd. En, aldus een heldere collega, houd nog even vol, want die diarree droogt vast wel weer op en dan krijgt alles weer de vorm die je wil. Veel goeds toegewenst, maar vooral creativiteit.
8 mei 2020
8 mei 2020
8 mei 2020
9
8 mei 2020
Tulpentelers na advies krimp: ‘Nu rooien? Weggooien kan altijd nog’
I n West-Friesland zijn hier en daar enkele partijen verdwenen. John Boon rooide, Wim Buis haalde er 3,5 hectare uit en ook Nico Wit in ’t Veld rooide ‘een baan’ tulpen die slecht op de wortel stonden. Het zijn uitzonderingen, precies zoals accountant Hans Tesselaar al voorspelde toen hij eerder in Greenity pleitte voor krimp. ‘Ondernemers hebben allemaal een reden om zelf niet te krim- pen en ze wijzen naar een ander die dan maar moet minderen.’ Profetische woor- den, blijkt uit een rondgang langs kwekers en regio’s. INDIVIDUELE ONDERNEMER “Hier in het Noordelijk Zandgebied heeft volgens mij niemand gerooid”, zegt Nick
Slechts een enkele teler heeft de rooimachine midden in het seizoen aan het werk gezet. Bijna alle ondernemers wachten af hoe het groeiseizoen verloopt en hoe de markt er uitziet als de bollen straks zijn gerooid. De Productgroep Tulp van de KAVB had ook niet verwacht dat direct maatregelen zouden volgen na het advies tot krimp, begin april.
Tekst: Hans van der Lee | Fotografie: René Faas
8 mei 2020
van der Vlugt in Julianadorp. De tulpen- teler maakt deel uit van de Productgroep Tulp. “We hadden als productgroep graag gezien dat de krimp een verplichting gold, maar dat kan niet vanwege de mededin- gingsregels. We hebben het nu als een waarschuwing naar alle telers gestuurd. De keuze is aan de individuele onderne- mer.” De kweker heeft zelf ook nog niets wegge- gooid. Hij voorziet ‘geen zware oogst’ en laat het graag aan de markt over. “In de slechte markt besluiten kwekers veel eer- der tot krimp. Dan neemt het areaal veel sneller af dan wanneer we daarom vragen omdat het moet. Slimme ondernemers nemen dat besluit in ieder geval snel. Wat mijn eigen partijen betreft, kijk ik na het rooiseizoen wel of ik ga vernietigen. De meeste kosten zijn al gemaakt en straks rooit het een stuk makkelijker dan nu. In deze regio zijn ook geen vollegrondsgroen- tetelers meer die grond nodig hebben.” Aanvankelijk leek het volgens Van der Vlugt na het uitbreken van de coronacrisis compleet de verkeerde kant op te gaan met de markt. De handelaren leunden volgens hem achterover en waarschuw- den dat bollen niet betaald werden, maar inmiddels ziet de toekomst er volgen de kweker wat minder zwart uit. “Er is toch weer wat vraag. De prijs zal wel zakken en misschien gaat dit seizoen ook wel wat bedrijven de kop kosten. Zeker als CNB en de Rabobank de handen van zwakke bedrijven af trekken. Dat zou de gezonde bedrijven wat meer lucht geven.” BEZINNING Iets zuidelijker is het beeld niet anders, al heeft Nico Wit in ’t Veld wel al een baan ‘Strong Gold’ weggehaald. “Die stonden slecht op de wortel, misschien had ik ze ook zonder coronacrisis wel weggehaald.” Ook Wit maakt deel uit van de product- groep en uit zijn omgeving hoort hij dat het advies tot krimp goed is ontvangen. “We hopen dat het tot bezinning leidt. Vorig jaar liep het seizoen zeer matig af, maar toch is er weer veel opgeplant. Colle- ga’s hebben weer meer ‘Jan Seignette’ ge- zet. Waarom, als die tulp niets opbrengt? Die tulp maakt makkelijk plantgoed, maar dat wil niet zeggen dat je het ook moet planten.” Wit verwacht ook ‘een mindere oogst’,
vergeleken met vorig jaar. Wat hem be- treft is de markt leidend als het om krimp gaat. “We hebben ook een broeierij en dit seizoen was natuurlijk zeer slecht. Nie- mand zat op die bloemen te wachten. Als er straks door de markt en het groeisei- zoen 10 procent minder aanbod is, leidt dat tot een 10 procent betere prijs. Of dan wordt gekrompen, bepalen we met zijn allen in de herfst. Zo zitten ondernemers in elkaar. De oproep was alleen een aanzet om erover na te denken.” TOPTIENTULPEN In de Duin- en Bollenstreek zijn nauwe- lijks rooimachines gezien. Zeker niet bij productgroeplid Henk van der Slot in Lisse. Hij heeft geen negatieve reacties op de oproep tot krimp gekregen. “Maar er is ook weinig gehoor aan gegeven.” Zelf heeft hij ook niets gerooid van zijn 11 hectare. Het zijn kleine, nieuwe soorten en het vernietigen heeft volgens de kwe- ker weinig zin. “Bovendien is er al wat uit verkocht, dus ik kan ze ook niet zomaar weggooien.” Als het aan Van der Slot ligt, wordt de krimp vooral gevonden in de soorten waarvan het meest staat: ‘Strong Gold’, ‘Jan Seignette’, ‘Leen van der Mark’ en ‘Purple Prince’. “Snoeien in de toptien- tulpen, dan maak je verschil. Als we een mooie zomer krijgen, hebben we straks een groot probleem. Is er ergens of bij ons een misoogst, dan zitten we weer goed.” Hij verwacht dat de collega’s de rooitijd wel afwachten. “De landhuur krijg je toch niet terug en de meeste kosten zijn gemaakt.” ‘WE GAAN HET VOELEN’ Bij Jeroen Schutte in Nagele – ook pro- ductgroeplid – staat ook alles nog op het land. Ook hij verwacht weinig van het ad- vies. Reacties kwamen er nauwelijks. “Als er een algemeen verbindendverklaring aan vastzat met een registratie en een schadevergoeding, dan was er misschien wat weggegooid. Je krijgt die telers anders nooit op één lijn. Ik hoop dat de natuur voor krimp zorgt, anders dwingt de markt ons wel. We gaan het hoe dan ook voelen.” Zelf bekijkt hij na het rooien wat er en of er wordt vernietigd. “In augustus weten we meer, het wordt een spannende tijd.”
HANS WESSELS: ‘Niet achter advies zonder dwang’
De naam van voorzitter Hans Wessels van de Productgroep Tulp van de KAVB stond niet onder het areaalkrimpadvies dat begin april via de BKD de deur uit ging. “Ik sta er ook niet achter als er geen dwang en registratie bij komt kijken. Zo heeft het geen zin.” De voorzitter had de reactie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) naar eigen zeg- gen wel aangedurfd. “Zo’n oproep is illegaal als de kwekers er financieel beter van wor- den. Toon dat maar eens aan.” Wessels concludeert dat kwekers liever strijdend ten onder gaan dan samenwer- ken. Tijdens de Dag van de Tulp in februari riep Wessels al op tot nadenken over krimp van het areaal in het komende seizoen. “We hadden toen al te veel en nu helemaal. Ook toen ik waarschuwde zaten de bollen al in de grond, dus het advies is voor volgend jaar. Of er komt een zeer slechte week in mei, dan komt die krimp eerder.” Hoewel eerder nog waterschade werd gevreesd en later weer droogte, komt de groei van de tulpen nu weer op gang. Wes- sels is benieuwd of er later nog een scha- devergoeding uit het noodfonds in zit voor de kwekers. “De broeiers vangen de eerste klap op, maar wij voelen het pas volgend jaar. Of er dan nog geld is ter compensatie is de vraag. Of het nodig is, weet ook nie- mand zeker.” Wessels kweekt zelf ook tulpen en ook hij heeft niet gerooid. “Wij hebben de kosten al gemaakt. Het is altijd een kwestie van het algemeen belang versus het individu- eel belang. Er is een bepaalde schaal nodig voor een ondernemer om efficiënt te draai- en. Bovendien zie je nu dat de handel heel voorzichtig alweer openingen weet te vin- den, al gaat het pas echt bewegen als er weer grenzen opengaan. Het verschil tus- sen teveel en tekort is maar een paar pro- cent. Als de prijs straks te laag is om de bol- len nog te verwerken, dan gaat er pas wat aan het areaal gebeuren.”
8 mei 2020
11
8 mei 2020
De ‘Strawberry Cream’, die op een pioen lijkt, doet het momenteel het beste.
Zo apart mogelijk
Geen ‘rauwdouwen’ voor bloemenkwekerij A&L Duin in Heemskerk, aldus jonge ondernemer Marc Duin. Hij is de derde generatie in het familiebedrijf. Sinds jaar en dag gaan hij en zijn mede-ondernemers juist voor zware exclusieve lelies en de meest bijzondere dubbele en zware tulpen. “Hoe aparter, hoe beter.” En dat lukt bij tulpen steeds beter.
Tekst: Ellis Langen | Fotografie: René Faas
12
8 mei 2020
I n de gaashal zijn net de eerste lelies de grond in gegaan. De bedden liggen er strak bij. “Met de nieuwe plantma- chine gaat het allemaal een stukje sneller dan de oude, die nog over plantbuizen reed”, vertelt Duin, die vanuit het middenpad op de machine wijst. Die staat, nu hij even niet wordt gebruikt, netjes afgedekt met een zeil. De lelies worden dun geplant. Er gaan tussen de vijftien en twintig bollen op een vierkante meter. De machine op rupsbanden drukt de grond na het planten beter aan dan de oude deed. “Bij lelie is het belangrijk dat de grond goed wordt aange- drukt”, vertelt de jonge kweker. De werkhouding op deze machine is ook wat anders. Op de oude machine hadden de twee planters een zithouding waarmee de rug meer werd belast. Bij de nieuwe machine is het meer een lighouding. “Maar dat went gauw.” Buiten is het zo’n 23 graden, maar het gaas houdt de scher- pe zon weg. In de hal voelt het daarom aangenaam. Er liggen twee doeken in: een ter bescherming tegen weersinvloeden, het andere, dikkere scherm wordt bij warm weer gebruikt om de temperatuur te temperen. In een later stadium van het leliegewas, zo tegen het snijden aan, wordt hiermee ook knopverbranding voorkomen. In de buurt kweken meer bedrijven buitenlelies. Zij doen dat echter allemaal in lagere gaastunnels. “Door de grote luchtbuffer, zo’n 3 tot 4 meter, kunnen wij het klimaat hier veel beter houden. De afgelo- pen zomers waren we maar wat blij met dit dichte scherm”, aldus Marc, die de gaashal uitloopt. Op het erf liggen links en rechts veel buizen en koppelstukken die worden gebruikt voor het stomen van de grond. Een klus die elk jaar weer terugkeert. ZICHTBAAR ZIJN De lelies staan op een andere locatie in rolkassen al vrij hoog. Hier worden de eerste lelies vanaf begin mei geoogst. A&L Duin teelt vijftien tot twintig soorten, vooral Oriëntals. “De soort met de mooiste sierwaarde”, meent Marc. De ondernemers leggen zich toe op het exclusieve segment in grote bolmaten 18 of 20. Die grote bolmaten in combinatie met de teelt in de zandgrond geeft een extra dikke en harde steel, een intense bladkleur en grote bloemknoppen. “Kort gezegd: hier komen kwaliteitslelies vandaan.” Eerder was het bedrijf gebrand op aparte leliesoorten. Nu laat het dat wat los en neigt het meer naar soorten die jaarrondkasbroeiers ook kweken. “Dit is noodzakelijk omdat veel groothandelaren voor het hele jaar lelies inkopen bij de grote ‘kasjongens’. Als dat goed bevalt, maken ze in mei niet snel meer de overstap naar buitenlelies. Dat gebeurt nog wel naar soorten die ze gewend zijn, maar dan extra zwaar zijn.” Marc besteedt aan het begin van het seizoen veel aandacht aan het ‘zichtbaar zijn’ in de markt. Bij de start laat hij van zich horen via met name Instagram en gaat hij persoonlijk even langs bij de inkopers. Ook zet hij dagelijks op de site
A&L Duin heeft een mooie rood-gele crispatulp die nog geen naam heeft.
Ook het soort ‘Pamplona’ lijkt veelbelovend.
8 mei 2020
13
8 mei 2020
Sinds dit seizoen werkt Duin met een nieuwe lelieplantma- chine van Denneman BV. Met deze machine gaat het allemaal een stukje sneller dan met de oude en de grond wordt na het planten mooi aangedrukt.
14
8 mei 2020
wat er de volgende dag voor de klok staat. Alle lelies komen voor de klok van Aalsmeer. Ondanks de corona-tijd plant de kwekerij niet minder lelies; de bollen waren allemaal al ingekocht en het is daarom ‘fingers crossed’ en hopen op marktherstel. Meestal zijn de prijzen zo tegen Moederdag goed, maar daar rekent Marc dit jaar niet op. Frankrijk is de grootste afnemer van hun segment lelies. “Dus het wordt duimen dat die markt snel opengaat.” De klanten die op de klok de bloemen van A&L Duin inkopen, geven aan dat hun bloemen vooral naar bloemisten en hotelketens in het buitenland gaan. EIGEN SOORTEN TULPEN In de gaashal staat nog een vak tulpen kleurrijk te bloeien. Deze teelt gaat vooraf aan de lelies. Terugkijkend op het tulpenseizoen geeft Marc aan dat zijn bedrijf niet mag kla- gen. Vanzelfsprekend was het een slechter jaar dan anders, maar tegen Pasen krabbelde het toch aardig op. In de twee heel slechte weken zette A&L Duin na de aanvoerbeperking thuisverkoop op touw en ook nam een paar handelaren uit de buurt af waardoor alles toch werd verkocht. “Je ziet dan toch dat de tulp in Nederland een geliefd product is, voor lelies wordt dat een ander verhaal.” De tulpensoorten van A&L Duin zijn ‘zo apart mogelijk’ en allemaal dubbele tulpen. Het bedrijf kweekt zo’n twintig soorten. A&L Duin heeft voornamelijk ‘eigen soorten’. Nadat het bedrijf in het verleden zelf zeven mooie soorten had opgekocht, zette Remarkable Tulips tien jaar geleden zo’n vierhonderd soorten tuintulpen te koop. Met vijf andere kwekers kocht het familiebedrijf Duin dit op en zij vormden daarmee samen Combi Tulp BV. “De vierhonderd verschil- lende tuintulpen hebben we nu doorgeselecteerd tot zo tussen de dertig en veertig topsoorten. Die komen nu langza- merhand op de markt.” De afspraak is dat A&L Duin deze soorten als eerste op de markt brengt en zo met kwalitatief goede tulpen de markt opent. Het soort ‘Pamplona’ lijkt veelbelovend. Marc: “Het is een rode tulp die op een roos lijkt. Tijdens de thuisverkoop was iedereen er helemaal weg van.” De tulp ‘Strawberry Cream’, die op een pioen lijkt, doet het momenteel het beste, zegt Marc, die in de koelcel het soort laat zien. “Er komt een grote ‘toet’ uit deze knop, dat is echt iets aparts”, zegt hij. De bosjes zitten in een exclusievere verpakking met wit gaas bovenin, zodat de stelen en de koppen goed te zien zijn. Vier jaar terugzette A&L Duin met vier andere broei- ers in de buurt de merknaam ‘CoasTulip ‘Grown in sand’’ op. Als tulpenkwekers in de vollegrond met vooral aparte dubbele tulpen kunnen de kwekers zich zo onderscheiden ten opzichte van de grote broeiers. Marc merkt dat er in hun tulpenteelt meer potentie zit dan in lelies. “Er liggen daarom plannen om ons tulpenseizoen te verlengen.”
Marc (rechts) en Rudy Duin.
Meer dan vijftig jaar familiebedrijf
Het bedrijf A&L Duin bestaat inmiddels vijftig jaar enwordt van generatie op genera- tie opgevolgd. Marc, zijn vader Aad, zijn oomMartien en neef Roel runnen het bedrijf. Rudy, de zoon van oomMartien, komt er dit jaar bij. Al het werk wordt verzet door deze ondernemers. In tijden van drukte springen andere familieleden bij. Totaal heeft het bedrijf 5 ha grond, verdeeld over drie locaties en jaarlijks wordt er zo’n 4 ha beteeld. Er staan zes rolkassen en een gaashal van 1,5 ha. De leliebollen kopen ze in bij verschillende kwekers, de tulpenbollen komenmet name bij Pater Bloem- bollen vandaan. Uit de rolkassen worden vanaf begin mei de eerste lelies gesne- den, tot aan augustus. De oogst in de gaashal begint in augustus en gaat door tot de tweede week oktober. Daarna komen de lelies weer uit de rolkassen tot enmet december. De tulpenteelt is van begin januari tot en met eind april. Alle lelies en tulpenworden aangeboden op de klokken van bloemenveiling Royal FloraHolland.
8 mei 2020
15
8 mei 2020
Op dit moment merkt de Bloembollenkeuringsdienst (BKD) nog niet zo veel van de coronacrisis. Het werk op het veld en in het lab gaat gewoon door, natuurlijk met inachtneming van alle maatregelen. Op termijn zou de crisis wel gevolgen kunnen hebben, bijvoorbeeld in het aantal keuringen. Hoe gaat de BKD met deze situatie om? ‘Belangrijkste is dat we ons werk goed blijven doen’
Tekst: Monique Ooms | Fotografie: René Faas
W ie nu langs de bloeiende bollenvelden rijdt, kan zomaar een auto van de Bloembollenkeuringsdienst in de berm zien staan. Ergens op het veld loopt de BKD-keurmeester zijn werk te doen. “Dat werk gaat door, ook in deze coronatijd”, vertelt directeur Bert Pinxter- huis. “Sowieso werken de keurmeesters veel vanuit huis. Zij maken afspraken met kwekers en handelsbedrijven, keuren de partijen op het veld en delen hun bevin- dingen telefonisch met de kweker. Een gesprek over de bevindingen in de kantine van het bollenbedrijf gaat nu even niet. Fysieke gesprekken worden door beide partijen maximaal voorkomen zodat we op een veilige manier kunnen keuren. Zo gaat het werk toch door.” OP AFSTAND BKD heeft wel met meer zieken te maken. “Medewerkers die hoesten of verkouden zijn, moeten thuis blijven. Het ziektever- zuim is daarom wat hoger en we hebben tijdelijk meer mensen moeten inhuren.” Veel BKD-kantoorpersoneel werkt thuis. “Dat gaat allemaal prima, we overleggen online met elkaar.” Alleen een aantal medewerkers van het service center is op kantoor en van het laboratorium uiter- aard. “Zij werken op afstand van elkaar.” In het lab is het nu relatief rustig. “In de loop van mei beginnen we daar op te schalen. Nu treffen we daarvoor de nodige maatregelen. We brengen afschermende plexiglas platen aan, zetten looproutes
teur verwacht niet dat corona tot andere, strengere fytosanitaire maatregelen gaat leiden. “In de regelgeving zijn altijd wel wijzigingen, maar fytosanitaire regels hebben geen directe relatie met de volks- gezondheid.” KOSTEN BEPERKEN Minder werk betekent minder inkomsten. Hoe gaat de BKD daarop anticiperen? “Door te doen wat we altijd doen: de kosten beperken en zo efficiënt mogelijk werken”, vat Pinxterhuis samen. “Dat is standaard onderdeel van ons beleid. Onze organisatie heeft geen winstoogmerk, maar we moeten wel kostendekkend draaien. Dat betekent dat we altijd goed moeten opletten hoe we met onze tijd en ons budget omgaan.” Het zou BKD slecht uitkomen als de inkomsten in 2020 ach- terblijven. In 2019 sloot de keuringsdienst het jaar al af met rode cijfers. “Dat had duidelijke oorzaken. Deels had dat te ma- ken met hogere kosten, zoals de loonsver- hogingen als gevolg van de CAO voor open teelten in zowel 2018 als in 2019. Ook groeiden de werkzaamheden als gevolg van onder andere nieuwe wet- en regelge- ving. Hiervoor zijn meer administratieve taken en controle-activiteiten vereist en dus meer personeel. Kosten voor ICT-faci- liteiten namen toe, zoals voor beveiliging en continuïteitsborging. En tenslotte loopt er een investeringsprogramma ‘BKD 2022’, waarmee we investeren in verbetering van de digitale systemen (MijnBKD), een nieuw laboratorium en onderzoek.” Een
uit en creëren meer ruimte tussen de werkplekken zodat medewerkers voldoen- de afstand kunnen houden. Alles om de risico’s te beperken.” Ook wordt eraan gewerkt om in de piekperiode voldoende tijdelijke medewerkers aan te trekken. Iets waar meer bedrijven mee te maken hebben. “Veel seizoenarbeiders zijn naar huis gegaan in deze crisistijd.” Op dit moment heeft de coronacrisis nog geen effect op de hoeveelheid werk van de BKD, ervaart Pinxterhuis. “Het aantal veldkeuringen is hetzelfde gebleven, dat loopt goed door, de export is iets minder. Wij verwachten in het najaar effecten te zullen zien, als er meer duidelijk is over de invloed van corona op de sector en, in bredere zin, op de wereldeconomie en wereldhandel. Nu al besluiten kwekers te krimpen in areaal. Minder areaal betekent voor ons minder keuringen. De crisis kan er ook nog toe leiden dat sommige bedrij- ven het niet gaan halen. Ook daar krijgen wij wellicht mee te maken.” Pinxterhuis waagt zich niet aan prognoses als het gaat om het aantal bedrijven dat zal wegvallen. “De eerste paniek in het begin van de cri- sis was groot. We zijn nu een paar weken verder en de situatie ziet er alweer anders uit. Er gaan weer wat markten open, ondernemers vinden nieuwe manieren om hun product te verkopen en voor de droogverkoophandel lijkt de klap min- der ernstig dan eerst gedacht. Het blijft allemaal afwachten, dus een getal zou ik er niet aan durven hangen.” De BKD-direc-
16
8 mei 2020
‘Wij verwachten pas in het najaar effecten te zien, als duidelijk is wat de invloed van corona op de sector is’
8 mei 2020 Pinxterhuis verwacht dat de coronacrisis een aantal blijvende veranderingen met zich zal meebrengen in het werken op kantoor. “Wij ervaren bijvoorbeeld nu dat het niet altijd nodig is om met z’n allen fysiek bij elkaar te zijn voor een overleg. Online kan er heel veel. Als iedereen een dag per week thuis gaat werken en daar- door minder in de auto hoeft te zitten, kan dat wellicht een hogere efficiency opleveren. Dat is alleen maar winst, voor ons allemaal.” kunnen zijn voor klanten. Als wij een partij afkeuren omdat deze niet aan de eisen voldoet, heeft dat flinke gevolgen voor de desbetreffende teler of exporteur. Dan moet je weten wat je doet, daar mag geen twijfel over bestaan. Daar zetten wij ons voor in.” en ander leidde voor klanten van de BKD tot een tariefverhoging van 4,5 procent. “We hebben de verhoging onderbouwd en helder gecommuniceerd aan klanten. Het vak stond er uiteraard niet bij te juichen. Wel zijn ondanks de crisis de betalingen goed verlopen, zoals in andere jaren.” De kwaliteit van het werk dat de BKD levert zal onverminderd hoog zijn, benadrukt Pinxterhuis. “Belangrijkste is dat we ons werk goed blijven doen en daarmee blijven bijdragen aan de maxi- male exportmogelijkheden van partijen. Onze medewerkers zijn zeer betrokken bij het bollenvak en zij realiseren zich dat de consequenties van hun werk groot
Bert Pinxterhuis: “Het werk op het veld gaat gewoon door.”
17
8 mei 2020
D E N A AM I S LACHENALIA QUADRICOLOR
De kleine kraaghoningzuiger – een vogel – bestuift dit bolgewas.
Tekst: Arie Dwarswaard | Fotografie: René Faas
Een bloem met vier kleuren. Wie goed kijkt, zal daar vast wel meer voorbeelden van kunnen vinden. Maar bij Lachenalia quadricolor is het zo opvallend, dat zijn soortnaam er onmiskenbaar naar verwijst. En dat terwijl er binnen het geslacht Lache- nalia toch al zo veel kleur is te vinden. In deze soort zijn het rozerood, geel, groen en paars die tot een frisse combinatie zijn gemaakt en dit bolgewas een aantrekkelijk uiterlijk geven. Zoals zoveel soorten Lachenalia, komt ook deze van oorsprong uit Zuid-Afrika. Wie de kust volgt naar boven vanuit Kaapstad, kan in maanden juli en august (hartje winter in Zuid-Afrika) dit gewas in bloei aantreffen. Hoewel bolgewassen hun toekomst al vei- ligstellen door als bol te overleven, laten ze zich ook maar al te graag bestuiven om ook via zaad in stand te blijven. Meestal spelen insecten hier de hoofdrol, maar bij Lache- nalia tricolor is dat niet uitsluitend het geval. Daar is het de kleine kraaghoningzui- ger die de bestuiving regelt. Een vogel dus, die met zijn lange tong stuifmeel op stam- pers overbrengt. Nooit saai, die natuur. De kleurrijkheid viel medewerkers van onderzoekscentrum Roodeplaat in Zuid-Afrika op. Er werden kruisingen met deze soort gemaakt, waaruit diverse culti- vars zijn ontstaan. De cultivar ‘Namaqua’ doet daarbij nog het meest denken aan deze kleurrijke soort. ’ Ten slotte heeft Lachenalia quadricolor nog een heel fijne eigenschap. De bloei- tijd valt in de winter. Wie goed voor deze plant zorgt, krijgt elk jaar in de somber- ste tijd van het jaar een kleurrijke groet uit Zuid-Afrika. Wie wil dat nu niet?
8 mei 2020
T E C H &M E C H
Inde rubriek Tech&Mech is er aandacht voor zowel nieuwe als vernieuwende producten uit de sector. Een plek waar techniek en mechanisatie structureel aandacht krijgen.
Zelfrijdende stoomketel Konflex www.konflex.nl Prijsindicatie: vanaf 110.000 euro
Tekst: Ellis Langen | Fotografie: Konflex
Konflex bouwt met de mobiele stoomketels van het Duitse MSD AG al jaren stoommachines om in de grond onkruiden, bacteriën, schim- mels en virussen te bestrijden. Veel machines gaan naar het buitenland. Nu glyfosaat in opspraak is, komt in Nederland meer belangstelling voor deze manier van onkruidbestrij- ding. Matthijs Koning van Konflex: “Tot nu toe zijn er alleen ‘stop en go’-machines. Die worden ook in Nederland gebruikt. Op bedden van bijvoorbeeld 1,50 m breed komt een ‘stoomhoed’ te liggen van 1,40 breed en bijvoorbeeld 3 m lang. Die wordt in de grond gedrukt om met 90 graden 3 cm diep te stomen. De stoomhoed wordt na een tijdje op- getild, vooruitgereden en verderop weer op de grond gezet.” Het nadeel hiervan is dat deze machines veel brandstof gebrui- ken omdat ze telkens opnieuw de hoed moeten optillen. De nieuw ontwikkelde machine daarentegen blijft heel langzaam doorrijden en continu stomen, waardoor deze een hogere capaciteit haalt. Ook de zijkanten van de bedden worden nu mee gestoomd en de gestoomde grond wordt achter de ketel afge- dekt. Door het langzaam doorrijden en het afdekken van de gestoomde grond hoeft de bodem minder verhit te worden. “Je gebruikt zo minder diesel”, aldus Koning. De capaciteit van de stoomketel wordt afgestemd op de wensen van de kweker. Een bijkomend voordeel is dat eventuele ziekten en schim- mels ook worden bestreden. De capaciteit van de machine wordt be- paald door het aantal kilogrammen stoom die per uur geleverd kunnen worden en daarmee het aantal te stomen vierkante meters per uur.
Corné van Aert heeft een vergelijkbare stoommachine gekocht, maar kleiner en op wielen.
Stoommachine bestrijdt onkruid
Het apparaat geeft 800 kg stoom van 200 graden per uur, is vierwiel- aangedreven en -gestuurd, heeft een temperatuursafhankelijke snel- heidsregeling, een 1.000 l-watertank en een dieseltank van 1.500 l. Ko- ning: “De capaciteit van de machine wordt vaak aangepast aan de lengte van de kavels bij een klant. Het is natuurlijk handig om ‘s ochtends de machine aan te zetten, bij de lunch om te draaien en later op de middag weer uit te zetten.” De machine kan 24 uur per dag op GPS rijden. Een belfunctie alar- meert de kweker als dat nodig is. De stoommachines worden op maat gebouwd. Konflex werkt hierin sa- men met metaalverwerkingsbedrijf Vergeest in Druten en met De Jongh Machines uit Strijen. Tot 1.000 kg stoom per uur worden machines op wielen geleverd. Bij een capaciteit van 2.000 kg stoom per uur wordt er op rupsbanden gebouwd.
De mobiele stoomketels van MSD produceren meer dan 200 graden stoom met 0,5 bar druk en een effi- ciency van 96 procent. “De machine past de snelheid aan op de gereali- seerde temperatuur in de grond.” EERSTE VASTEPLANTENKWEKER Corné van Aert werkte aan het begin van dit seizoen met een leen- machine; hierbij hing een blauw- gekleurde stoomkap van zes meter breed achter zijn trekker. Deze ma- chine gaf 800 kg stoom per uur. De kweker heeft er vier hectare grond mee gestoomd, daarna maakte hij de bedden klaar. Deze zomer ziet Van Aert wat het effect is geweest. Toch bouwt Konflex nu al een nieu- we zelfrijdende stoommachine voor hem. Hiermee is Van Aert de eerste vasteplantenkweker die met deze zelfrijdende stoommachine gaat werken. De machine wordt naar verwachting eind mei geleverd.
8 mei 2020
19
8 mei 2020
OO I T
Ooit belicht vanuit drie invalshoeken de brede geschiedenis van de bloem- bollensector: • Wat gebeurde er 25, 50, 75 of 100 jaar geleden? • Een bijzonder boek uit de KAVB- bibliotheek. • Een uitvinding die de sector sterk heeft beïnvloed.
Op 5 mei trokken de Canadezen Sassenheim binnen. Nederland was vrij.
Na deze litanie van welgekozen woorden gaan beide bladen over tot de orde van de dag. Terwijl Nederland nog grotendeels in puin ligt, blikt de Hobaho alweer voor- uit op allerlei zaken die op de handel in bloembollen betrekking hebben. Hoewel het al 25 mei is, kunnen er nog groene vei- lingen worden gehouden. Wie zijn kraam hiervoor in aanmerking wil laten komen, kan dit laten weten. Daarbij wordt nog even teruggeblikt op de succesvolle groene veiling van 20 maart 1945 bij W.J. Eldering & Co te Sassenheim, waar diens collectie nieuwe grootbloemige krokussen onder veel belangstelling en voor goede prijzen werd verkocht. Wel plaatst de redacteur een kanttekening: ‘toen vielen de bom- men overal in ’t rond en hebben wij dan ook noodgedwongen binnen geveild.’ Een andere prangende vraag in deze uitgave: ‘Zullen wij dit jaar weer exporteren? Dit is de vraag welke alle exporteurs zich thans stellen. Momenteel worden er al ernstige pogingen in ’t werk gesteld om nog een gedeelte Gladiolen geëxporteerd te krij- gen naar Frankrijk.’ Verder biedt J.H. van Zonneveld zich aan voor een privécursus Russisch, omdat dit land met 200 miljoen inwoners wel eens een interessante afzet- markt voor bloembollen kan worden. Het Weekblad voor Bloembollencultuur vermeldt in de eerste editie alweer de normen voor de aangifte van bloembollen- kramen voor de vermogensbelasting over 1945. EINDE SANERING? Nog maar een paar edities later lijkt alles weer bij het oude in de bollensector. De jarenlange discussie over de verplichte sanering die zich tussen 1933 en 1940 al afspeelde, laait in juli 1945 weer op als de afdeling Hillegom van de AVB een voorstel van de fanatieke anti-saneerders Den Bra- bander en Murk steunt om de overheids- bemoeienis bij de sanering direct stop te zetten. Er zijn 105 stemmen voor, 102 tegen en 22 onthoudingen. Het vak is nog even verdeeld als voor de oorlog.
We gaan het anders doen
Het had groots gevierd moeten worden: Nederland 75 jaar vrij. Het coronavirus zette een streep door alle plannen. Maar hoe keek de bloembollensector net na de bevrijding naar de toekomst? Na vijf jaren van bezetting leek Nederland toe aan nieuwe initiatieven.
Tekst: Arie Dwarswaard | Foto: Stichting Oud Sassenheim
mei Hobaho en op 6 juli het Weekblad voor Bloembollencultuur. Het contrast tussen de diverse artikelen is groot. De eerste pagina van beide bladen staat in het teken van dankbaarheid voor het einde van de oorlog en de hoop op een nieuwe samenleving. Bijvoorbeeld waar het gaat om saamhorigheid. Zo schrijft een onbe- kende auteur in Hobaho: ‘We zijn allen dichter tot elkaar gekomen, onverschillig tot welke richting we behoorden. Laten we hopen dat dit niet alleen een oorlogsver- schijnsel is geweest, neen laten we hopen dat deze saamhorigheid moge blijven be- staan;’ Ook voorzitter dr. A.J. Verhage van de AVB kiest in het Weekblad voor Bloem- bollencultuur voor dergelijke woorden. ‘Wij moeten werken in eendracht, die voortkomt uit het gevoel dat we allen het- zelfde belang nastreven. Dat gevoel dient in de discussies over onze problemen ook meer tot uiting te komen, dan voor de oorlog het geval was.’
De Tweede Wereldoorlog laat zijn sporen na als het gaat om de vakinformatie. De bezetter wil per sector maar één tijdschrift en het liefst ook maar één organisatie. Voor de bloembollensector betekent dit dat op 31 december 1941 de vereniging Hollands Bloembollenkweekers Genoot- schap (HBG) opgaat in de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (AVB). Daarmee komt ook een einde aan het Kweekersblad, dat het HBG uitgaf. Ook de Hobaho verschijnt na 2 december 1941 niet meer. Alleen het Weekblad voor Bloembollencultuur kan bijna de gehele oorlogsperiode nog verschijnen. Wegens papierschaarste eindigt de verschijning op 26 januari 1945. Alleen twee briefkaarten verschijnen daarna nog om de leden te informeren. SAAMHORIGHEID Na de bevrijding op 5 mei 1945 verschij- nen al snel weer twee vakbladen: op 25
8 mei 2020